zaterdag 21 november 2015

punt nl

Ik zit bij een cliënt in het appartement. Hij is wat verstrooid, maar op een leuke manier.
De radio staat zachtjes aan, hij eet van zijn bord pap en ik ben bezig met zijn medicijnen.
'Net als in de film, ik wil het..', zingt Toontje lager en ik zing mee.
'Staat de radio nu op die Nederlandse zender?', vraagt hij? Ik denk na. Nederlandse zender?
'Tja, dit liedje is Nederlands, dus dat lijkt me wel', zeg ik. Mijn telefoon gaat, een collega vraagt of ze iets voor me kan doen.
Na het gesprek vraagt hij: 'was dat film muziek, wat je mee zong?'
Ik leg uit dat het al een wat ouder liedje is wat ik nog ken uit mijn jeugd.
Aha.
Hij lepelt weer verder en ik leg zijn pillen bij zijn glas water.
'Soms hoor ik van dat geratel op de radio en dan zeggen ze aan het einde: wilt u meer informatie, ga dan naar daar en daar punt nl. Als je dat wilt opzoeken, heb je dan iets nodig?'.
Ik bevestig dat hij een computer en internetverbinding nodig heeft.
'En dan heb je daar zeker ook een abonnement bij nodig of iets dergelijks?'. Ja. 'En dat kost vast en zeker geld?'
Ik ben klaar en klap zijn map dicht.
'Neemt u nog even uw medicijnen in?' vraag ik.
'Jazeker', knipoogt hij en adrem erachteraan: 'punt nl!'.

donderdag 19 november 2015

Controle

Het is zaterdagmiddag. We zitten bij vrienden te lunchen in hun appartement. Hun Krummel van 1 jaar scharrelt wat om ons heen en Zoon en Dochter hangen op de bank.
We hebben het fijn met elkaar.

'Kijk', zegt Vriendin opeens, 'daar gaat ze weer'. We kijken uit het raam naar lager gelegen flats.
Op een galerij staat een jonge vrouw met een kind. Ze doet de deur dicht van haar flat, haar boodschappentas staat achter haar. Een normaal alledaags tafereel.
'Ze heeft controledwang', zegt Vriendin weer.
En dan zien wij het ook. De vrouw loopt naar de vensterbank van het raam, klopt daarop, loopt daarna weer naar de voordeur en trekt er aan. Dan loopt ze naar het andere raam, klopt daar weer op de vensterbank.
Dan weer de deur, trekken. Checken. Weer de eerste vensterbank, ze klopt erop met beide vuisten, weer de voordeur en dan weer de andere vensterbank.
Het jongetje hinkelt wat, trekt aan de balustrade en loopt om haar heen.
Ondertussen loopt ze heen en weer, kloppen trekken en checken en weer kloppen. Ze pakt haar handtas en slingert die om haar schouders en doet vervolgens weer hetzelfde ritueel.

We zeggen geen woord meer. Ik kijk Vriendin aan en zie in haar ogen hetzelfde: ontroering, medeleven, medelijden.
Ik voel mijn hart bonken. Zo ziet angst er ook uit. Daar beneden op de galerij voltrekt het zich zeker 10 keer.
Controledwang: eerst het ritueel doen en daardoor de angst bedwingen.
Dan een laatste keer, ze trekt hard heen en weer aan de deur, pakt de boodschappentas en loopt de galerij af, het jongetje achter haar aan. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is.

Met een zucht draaien we ons om naar elkaar.
We hebben duizend vragen, maar geen ervan wordt beantwoordt.
Achter elke voordeur is een verhaal.


donderdag 10 september 2015

Zelfmoord.

Ik zit met Man een glas wijn te drinken. Mijn mobiel geeft een geluid, een teken dat NU.nl een melding geeft.
Een push-melding, wat betekent dat er iets in het nieuws is wat heftig of opmerkelijk is.
Ik lees het bericht: schrijver Joost Zwagerman is overleden, hij heeft zelfmoord gepleegd.
'Hé, Joost Zwagerman overleden?', zeg ik verbaasd en verbijsterd tegen Man.

Ik ben er zelf achteraf open over geweest. Bijna 6 jaar geleden zat ik op een zelfde punt in mijn leven.
Ergens in 2009 knakte er iets in mijn leven en mijn hoofd en lijf waren gevuld met diepe, diepe angst. Angst die altijd al sluimerend aanwezig was.
En die angst ging over in: 'ik kan dit leven niet meer aan. Ik wil dit niet meer. Ik ben waardeloos'.
Therapie en medicijnen hielpen niet en ik besloot om te stoppen met leven. Een dag, een manier.
Ik telde de dagen en uren af. Nog 1 woensdag door worstelen en dan was het klaar.
Ik zou 5 dagen later opgenomen worden, maar ik wist dat ik dat niet meer ging halen. Ik kon niet meer.

Je zou achteraf denken: waarom heb je dat niet gezegd, maar ik kon niet. Ik zat in een tunnel, in een eigen wereld waarin ik niemand kon toelaten.
Op de een of andere manier heeft Man het door gehad en is niet naar zijn werk gegaan, maar heeft de huisarts gebeld. Enkele uren later was ik opgenomen met extra medicatie en ging ik een lang proces in om overeind te krabbelen.

Een bericht over Antonie Kamerling, Robin Wiliams en nu Joost Zwagerman, elke keer weer knalt het naar binnen.
Ik ken die immense eenzaamheid, dat grote zwarte gat. Overeind krabbelen, gesprekken, medicijnen en dan weer het verlammende zwarte gat.
En in de tijden dat het leven wel goed gaat, nog altijd in het achterhoofd angst dat het terug komt.
Het maakt me zo verdrietig, die laatste uren en minuten van hun leven. Dat het niet gelukt is om overeind te komen.
Dat het leven zo zwaar was.

In de afgelopen jaren slikte ik medicijnen tegen die angst en depressie en ik heb steeds daarmee geworsteld.
Wanneer kan ik dit afbouwen, wanneer kan ik het leven weer zelfstandig aan? Helaas, het lukt niet. De dips komen zeker 2 keer per jaar terug en dan val ik weer even in de angst en die doodsgedachtes. Nu, na 6 jaar heb ik die strijd opgegeven.
Het lukt niet zonder, maar het is goed. Ik weet wat ik moet doen om uit die dips te komen, praten en vertellen wat er gebeurt in mijn hoofd en rust nemen. Eventueel extra rustgevend pilletje.

Ik lees in Trouw een uitspraak van Arthur Japin:
een mens die zelfmoord pleegt wil niet dood, hij wil alleen een ander leven. Dit te vinden is velen niet gegeven.
De tranen schieten in mijn ogen.

Ik ben dankbaar, zo dankbaar. Dat ik leef.
Goddank.

vrijdag 21 augustus 2015

Gouden randje.

Het was een echte Libelle middag.

U kent het wel. Zoon was jarig en daarom vierden we feest met familieleden en vrienden.
Ik had de vlaggenlijn van Kitsch Kitchen opgehangen en onze lange lounge tafel op het terras gedekt met een wit kanten tafelkleed.
Mijn mooiste servies stond op tafel en op de stoelen lagen kussens met modern retro motief.
Het was geweldig. Ik had mijn nieuwe jurkje aan van Petit Louis en Man deed zijn witte polo aan en zijn donkerblauwe trui nonchalant om zijn schouders gedrapeerd. Ik word zo verliefd als ik hem zo zie!
Onze vrienden kwamen met hun kinderen, de jongens met een kuif en sproeten op hun neus en de meisjes met een vlecht en witte en roze jurkjes en ik schonk thee en op tafel stond een karaf met water en een schijfje citroen. De kristallen glaasjes die ik had gevonden in een brocante winkel ergens in Portugal ernaast.
Natuurlijk ontbrak de etagère niet met diverse hapjes, zoet en hartig. Echt. Énig....

KGGGGGGG
'geluid van een krassende langspeelplaat'

Zoon is jarig. De avond van tevoren moest ik natuurlijk de kasten langs waar ook alweer de slingers lagen.
Oh ja, de plastic vlaggetjeslijn, dubbel gevouwen achterin.
's Middags rende ik met Man door de supermarkt. Taarten in het karretje, dozen met hamburgers en speklappen naast de briketten en 2 komkommers er bovenop.
Veel wijn.
Ik deed nog een middagdutje omdat ik weer te laat naar bed was gegaan, zodat ik Schoonmoeder met glazige ogen en een vouw in mijn wang ontving.
Het bezoek komt via de poort en de voordeur. De een begint met koffie met taart en de ander bier met taart.
Kinderen krijgen cola en een taartje in de handen gedrukt die natuurlijk ergens in de vensterbank komen te staan.
Ze rennen naar de trampoline 4 huizen verderop, rennen het huis weer binnen, bemoeien zich met Zoon die zijn nieuwe Playstation spel uitprobeert met een te hoog volume zodat ze 3 huizenblokken verderop nog het geluid van geweerschoten horen.
Dochter mag snoepjes uitdelen maar pakt de verkeerde zak en keilt een zak Jelly Beans over de vloer, dat vind de kleinste poes wel grappig.
Man steekt de barbecue aan en ondertussen vind het kleinste kind van het gezelschap de open haard op de veranda geweldig en steekt zijn handen in het roet.
Het een na kleinste kind trekt het niet meer en wordt op de bank gezet met tablet, koptelefoon en brandweerman Sam.
Halverwege het eten zijn opeens alle kinderen verdwenen en net zo opeens staan ze met een Cornetto in hun handen.

Overal overal overal staan glazen, chipszakjes, bierflessen en gebaksschotels.
De zon schijnt keihard en we lachen steeds harder tot het tijd is dat de kinderen echt naar bed moeten.

Niet het plaatje zoals je in de Libelle ziet, maar wel de heerlijke realiteit.

Een middag met een gouden randje. Leef in het nu. Vier zoals je bent.

dinsdag 30 december 2014

De puber en de kapper.

Het was altijd een drama, Zoon en de kapper. Gillen, krijsen, schreeuwen.
Ik bezocht diverse kappers, reed een stad verder, maar niets hielp. Aan zijn hoofd geen polonaise.
Alles veranderde toen Man zijn hoofd ging bewerken met een tondeuse en Zoon zover kreeg dat hij zijn hoofd ook mocht doen.
Niet dat hij het fluitend onderging, maar het was te doen. We kochten een professionele tondeuse bij de kapper en toen werd het nog beter.

Maar niets is zo onveranderlijk als een Zoon en zo meldde hij plots 8 weken geleden dat hij nu een puber was en dat hij zijn haren liet groeien.
Oh.
Dat ging even goed, totdat zijn bos haren enigszins uit model groeiden. Ik pakte er zelf nog eens de tondeuse bij, schoor wat langs zijn oren en nek 'au! je doet het niet goed, dat kan papa veel beter!' en schoot wat uit bij zijn voorhoofd.
Nog een paar weken later werd het een wilde bos a la Floddertje.

'Schat, je moet nu echt naar de kapper, want dit is geen gezicht', sprak ik en hij zei net zo vastbesloten terug dat hij niet naar de kapper ging.
We begonnen met onderhandelen. Dat hij dan naar mijn kapper ging en dat hij dan 3 dagen later mocht.
Deal.

Dinsdag aan het einde van de middag. We togen samen naar de kapper. Ik had haar al ingelicht over Zoon en zijn aversie tegen kappers.
Zoon ging achter me aan naar binnen en ze begroette hem enthousiast. Hij knikte terug.
'Wat wil je met je haren?', vroeg ze. Hij wees naar de zijkanten van zijn hoofd: 'dit moet eraf en een beetje aan de achterkant'.
Ze gaf wat suggesties over die achterkant, maar dat was al teveel informatie. 'Jah', zei hij en zijn ogen dwaalden al af naar zijn mobiel die in zijn hand geklemd zat.
De kapper knipoogde naar me. 'Maak er maar wat van', knipoogde ik terug.

Zoon zweeg vrijwel de gehele tijd in de stoel. Ik probeerde wat opmerkingen, grapjes maar hij sprak niet terug.
'Het kriebelt bij mijn neus', dat kon er nog af.
Zijn haren werden wat opgeschoren aan de zijkanten en achterkant, uitgedund bovenop en vervolgens gewassen.
Terug in de stoel ging er gel in. 'Doe ik thuis ook, met 2 vingers in de pot', zei hij.
Hij keek me aan en ik werd warm van binnen. Wat een mooie kerel, wat een puber, mijn Zoon.
'Wat kijk je me nou aan?', vroeg hij . 'Man, wat een lekker stuk ben je zo, je ziet er geweldig uit!', zei ik.
Hij schudde zijn wijze hoofd.

Toen het klaar was, ging de kappersmantel weer van hem af. Hij stond op en ik kreeg plotseling een lange, dikke knuffel.
Zie je wel, grote mooie pubers hebben soms nog een klein lief hart.
'Kom, we gaan mam'.
Graag.

zondag 21 december 2014

Donker en licht

Door de stille donkere nacht klonken 2 stemmen
ze kruisten de degens in een verhitte strijd

Vier het leven!’ riep de een
zijn stem rees en daalde terwijl hij sprak
Zie niet om naar het donkere, nog even en het ochtendgloren is te zien

De ander zweeg een ogenblik, maar antwoordde toen:
herrijzen uit het donker naar het licht, zeker
maar geen licht zonder donker
’.

Ach jij’, sprak de ene weer:
altijd zo somber, altijd grijs
en zijn stem schoot uit
ik zeg je wederom: vier het leven!’

De ander keek hem aan en zei:
‘vanwaar toch die drang om te vieren?
Tussen zwart en wit zijn vele tinten grijs
En zie om je heen, zelfs de nacht is zwart, diepzwart
’.

De eerste stem zuchtte diep.
Begrijp je het dan niet?
Zie verder dan het donker, straks begint het licht te spelen met de dag
het grijs zal verdwijnen, eerst zacht maar dan steeds sterker
tot juichend het overweldigende licht
’.

De ander bleef volhouden.
Zeker, de dag kent vele kleuren, maar ook de dag kent het zwart.
Wat valt er te vieren, als je weet dat het licht weer zal verdwijnen
in het donker van de nacht
’.

Zijn gespreksgenoot viel even stil.
Somberheid overviel hem.
Toen: ‘maar kijk nog eens om je heen, ook de nacht is niet zwart!
De schaduwen zijn te zien, ze zijn donker maar het licht van de maan en de sterren is helder.
Zelfs in de nacht is nog licht en helderheid
’.

De ander keek om zich heen.
Vele tinten grijs en zwart, ze blijven donker. De maan schijnt, maar met bleek licht.
De nacht is altijd de voorbode van de dag, van wat komen gaat
’.

De ene gaf het op.
Ik zal nu zwijgen, opdat je het feest van het licht niet zal missen.
Dát is de voorbode van de dag. Het licht zal altijd overwinnen
’.

De ander lachte schamper, maar zweeg.
Samen keken ze toe hoe het ochtendgloren aanbrak en de zon opkwam.

Maar plotseling werd de stilte doorbroken door een derde stem
die helder en luid sprak:
Uit het duister ben IK herrezen en daarom: vier het LEVEN!'

donderdag 2 oktober 2014

Collectegeld.

We schuiven aan tafel, zaterdagavond 18.15.
Man heeft lekker gekookt, glas wijn erbij. Plotseling zegt Zoon: 'zullen we vanavond naar de kerk gaan?'.
Verrast kijken we op, Zoon-autisme-puber die voorstelt om naar de kerk te gaan, die kans moeten we grijpen.
Leuk idee, maar dan moeten we wel dooreten om op tijd te zijn.

Onze gemeente heeft 2 diensten op zondag, maar die worden zo druk bezocht dat een derde dienst nodig is.
Op zondag lukte dat niet, dus kunnen wij ook op zaterdagavond naar de kerk.
Prettige bijkomstigheid is dat de zaal dan niet zo vol zit en dan vind Zoon dan weer fijn, niet zoveel prikkels.

Hij hangt wat naast me, eet een snoepje en schrijft wat in een boekje wat ik altijd meeneem.
Tijd voor de collecte.
'Heb jij nog geld mee genomen?'vraag ik aan Man, want dat ben ik in de haast vergeten. Hij rommelt in zijn broekzakken en zowaar, hij tovert geld tevoorschijn.
Ik druk Zoon een muntstuk in zijn handen en sta alvast op om met de band op het podium mee te zingen.
Als de collectemand langs komt, gooi ik mijn geld erin en geef die aan Zoon die op zijn beurt de mand weer verderop in de rij doorgeeft.
Ik zing lekker verder en kijk uit een soort automatisme even om naar Zoon.
Vreemd? Hij heeft zijn rechterhand dicht geknepen.
Nee hé, hij pikt weer eens snoep uit mijn tas! Vragend knik naar hem en naar zijn hand, maar hij haalt zijn schouders op.
'Wat heb je in je hand?', sis ik naar hem.
Hij kijkt me aan en opent zijn hand. Het collectegeld! Ik kijk hem aan en met 1 beweging pak ik het geld en mik ik het in de mand die net in de rij achter ons langs komt.
Woedend kijkt hij me aan. Ik kijk terug, verbijsterd.
Hij draait zijn hoofd weg.

Ik weet niet hoe jij zou reageren, maar in mijn hoofd buitelen er allerlei gedachten.
Huh? Doet Zoon dit? Doet hij dit bewust? En hoe reageren we op een goede manier?
En ergens...ergens moet ik ook grinniken. Hij is echt puber. Gekke vent!

Wanneer we teruglopen naar de auto, sein ik in een paar woorden Man in.
Ook hij is verbijsterd. 'Deed ie dat echt?'. Ja dus.
Thuis gekomen is Zoon weer in een goede mood en als we met een kop thee en koek om de tafel zitten, begin ik heel voorzichtig.
'Maar Zoon, waarom deed je dat geld niet in de mand?'. Hij haalt zijn schouders op.
'Heb je dat weleens vaker gedaan?', vraagt Man. 'Ja hoor, ik denk 3 keer en toen heb ik het in mijn spaarpot gedaan', zegt hij.

Ik kijk uit mijn ooghoeken naar Man. Ik zie op zijn gezicht de spieren trekken en hij doet zijn best om niet te gaan lachen.
Ik knijp in zijn been, omdat ik anders ook moet lachen.
Ik hervat het gesprek: 'maar Zoon, dat geld is toch voor andere mensen bedoeld? Mensen die heel weinig geld hebben om eten te kopen of voor mensen die in oorlog leven'.

'Jaja', zegt hij geïrriteerd en dan met stemverheffing: 'MAAR JIJ VERGEET STEEDS OM MIJ ZAKGELD TE GEVEN!'.
Mijn mond valt open. En dan moet ik toch echt lachen! 'Lieverd, dan zeg je dat toch tegen me? Dat is ook suf van mij om te vergeten!'.
Hij kijkt me aan en zegt dan: 'oooh jah! Ja, dat kan ook'.

Later vraag ik aan Man: 'heb jij dat weleens gedaan?'.
Hij kijkt me aan en dan barst ik weer in lachen uit.
Dus.......


Monstera In The Saddle