zaterdag 28 september 2019

Berenklauw

Iedere week rij ik er 6 keer langs: net na de rotonde, een sloot met daarnaast reusachtige berenklauwen.
Eerst zijn ze groen maar hoe verder de zomer vordert, veranderen ze in bruine imposante planten.
Ik weet dat je groene berenklauwen nooit mag plukken met blote handen, want dan loop je grote kans op ernstige blaren.
Maar nu zijn ze bruin en klaar om geplukt te worden.

Er is echter een probleem: ik durf niet.
Ik rij de route niet voor niets 3 keer per week, ik ben dan op weg naar een vorm van therapie voor onder andere het tackelen van mijn angsten inclusief oorzaak en gevolg.
En ik heb heilig ontzag voor eventuele mannen en vrouwen met gezag, die me kunnen corrigeren en bevragen: 'maar mevrouw, wat doet u nu?'.
Het gekke is dat ik echt niet zou weten waarom ik die planten niet zou kunnen plukken, maar de angst voor, is al genoeg om het te laten.
En zo rij ik likkebaarden langs die enorme reuzen die ik zo verschrikkelijk mooi vind.
Man gaat af en toe mee naar die plek van therapie en lacht me uit, elke keer weer.
Of hij zegt: 'maar schat,  er zit een sloot tussen, dat is niet te doen!'.

Dan komt er een dag. Een vrijdag. De zon schijnt.
Ik heb een gesprek met mijn regiebehandelaar wat diep, zeer diep gaat. Ik zie trauma onder ogen en huil, schreeuw, vloek. Ergens diep van binnen komt er een gedachte: 'maar ik kan dit wel, ik kom hier doorheen'. Een openbaring.

Met de adrenaline nog in mijn lijf rij ik weg richting de berenklauwen. Dan komt de gedachte: 'fuck it! Ik ga het gewoon doen!'.
Ik rij naar de rotonde, volledig rond en rij weer terug. Ik parkeer de auto langs de kant van de weg en sprint naar de overkant. Niemand stopt, niemand zegt iets.
Ik kijk naar de berenklauwen en ontdek: Man heeft gelijk, er zit een sloot tussen. Met water erin.
Ik kijk, schat de breedte van de sloot, neem een aanloopje en .........spring half in de sloot en zak weg in de modder. Mijn voet zuigt vast en ik wrik 'm los en klauter de kant op.
En dan moet ik heel hard lachen, ik ben met mijn witte sneakers gewoon in de sloot gesprongen.
De sneakers zijn vies en onder de modder net als mijn sokken en onderste deel van mijn benen.

Maar ik sta er! Prachtig grote berenklauwen voor mijn neus. Mijn moed neemt toe en ik bedenk dat ik er dan ook persé 1 wil die achter het hek staat. Hij knapt makkelijk af en ik takel 'm over het hek.
Een snoepwinkel, welke wil ik hebben? Nog 2 mooie. Dan sta ik met 3 enorme berenklauwen in mijn handen en ik blijf maar grinniken en grijnzen.
Tja. Nu moet ik terug over de sloot met die giganten in mijn handen en hoe doe ik dat?
Een stukje verderop lijkt het iets minder breed en inderdaad, ik kan eroverheen springen zonder nog een keer in de sloot te belanden.

Ik wandel het stukje terug naar de auto. Nog steeds niets gebeurd. Er fiets een mevrouw langs, ze ziet de planten in mijn handen, lacht en zegt: 'hallo!'.
Oh.
Bij de auto fietst er een meneer langs die opgewekt: 'hoi!' zegt.
Ook nu gebeurt er niets. De planten passen net in de auto.
Ik ook met mijn zwarte voeten en ik rij naar huis. Ik kan niet ophouden met keihard te lachen in mezelf: 'ik heb het gedaan!! Ik kan het!!'.









Monstera In The Saddle