vrijdag 9 september 2022

Sigaar uit eigen....

 'Als het lukt, is het goed om naar buiten te gaan en te wandelen in de natuur', zegt mijn psychologe vanaf een scherm tegen me. 'Ga wandelen, al is het maar een minuutje'. 
Ik wist wel dat ze dit zou zeggen, overal lees en hoor ik dit advies, hoe heilzaam het is om te wandelen in de natuur als je bezig bent te herstellen van een burnout. 
Eigenlijk hou ik niet van wandelen, gaat niet snel genoeg, liever fietsen en tempo maken. Dan heb ik tenminste het gevoel dat ik wat gedaan heb. Maar nee, wandelen en het liefste langzaam. 
Mijn lijf weet wat goed is.
Een van de belangrijkste voordelen van wandelen is, dat het stresshormoon cortisol omlaag gaat. In tegenstelling tot fietsen en hardlopen, wat je cortisol weer verhoogt. Dat komt, omdat je hartslag laag blijft en het niet gaat om de snelheid, afstand en prestatie.Voordelen van wandelen )
Ik voelde me al een aantal weken weer wat beter, had energie en zin om erop te gaan, een muur te verven in huis, op een terras zitten en in mijn hoofd ging ik alweer vooruit denken aan werk. 
Mis! 
Op een zaterdag kreeg ik een paniekaanval en voelde de angsten weer terug komen. Ik stortte weer op mijn bed en merkte dat ik doodmoe was. Gelukkig las en hoorde ik dat het bijna iedereen overkomt met een burnout. In mijn geval ook iets met oude patronen, helaas. 
Toch kon ik dit keer er een les uithalen voor mezelf, nog meer rust inbouwen, nog meer vertragen. 
Ik heb er hulp bij nodig en die komt er ook. 

Een aantal dagen later had ik weer wat moed om te gaan lopen. In mijn hoofd klonk de stem van de psychologe 'al is het maar een minuutje'. 
Er klonk ook een andere stem: 'dit is gezond, dus lopen met je lijf!'. En daar begint de vermoeiende dialoog weer die altijd maar door ratelt. 
'Een klein rondje maar, dat is echt genoeg.
Maar wat is een klein rondje?
In elk geval niet helemaal rondom de dijk, maar wel een aantal stappen, anders haal je er geen voldoening uit.
Ja maar, nu loop ik mezelf weer op te jutten en af te matten'.  
Ik loop de straat uit richting het water. Het begint te regenen. Ook dat nog. Toch loop ik door. Best lekker de zachte druppels op mijn gezicht. Klein stukje verder naar het brugje en dan naar rechts. 
Aan mijn linkerzij stroomt een klein beekje met veel groen. Er groeien grote lisdodden.
Zal ik er 1 plukken? Weer begint een dialoog te ratelen, iets met laten staan dan kunnen anderen er ook van genieten en stel je voor dat iemand het ziet en me erop aan spreekt? 
Doorlopen. 
Even raak ik weer in het hier en nu, tjonge wat heb ik de pas erin. Loop eens wat langzamer. 
Pffff ik word moe. Zal ik teruglopen? Dat is raar. Zeur niet zo, gewoon terug naar huis, weer door het groen in plaats van tussen de huizen door. 
(dit is het moment dat ik me Gollem uit Lord of the Rings begin te voelen)  
Ik loop hetzelfde weggetje terug, langs de sigaren aka lisdodde. Ach hou toch op! Ik pluk er gewoon 1! Voorzichtig zak ik naar beneden en hou me vast aan een boompje. Het lukt met wat wrikken om er 1 te plukken, een mooie grote. Nog een andere tak erbij en ik zie het al voor me in een mooie vaas. 
Opgewekt slof ik verder naar huis, de laatste meters voet voor voet. 

Ik zak neer op de trap en trek mijn schoenen uit. Doodmoe. 
Tja.
Sigaar uit eigen... natuur. 
 


 
 

donderdag 8 september 2022

Een Volkswagen busje, hij en zij

 Zomer 2012

Een camping in de Vogezen. We hadden een tent gehuurd op een kleine camping met 2 bosmeertjes. 1 wat ondiep en modderig met water op goede temperatuur en een kleinere met helder maar koud water. Zo koud dat je bijna niet kon ademhalen als je erin stapte. Wel boordevol waterschepsels als een slangetje, spinnetjes en salamanders. Een camping waar bij elke kampeerplek een ijzeren velg lag waarin een kampvuurtje gemaakt mocht worden.

Het was zo'n vakantie waarvan ik hoop dat je die ook ooit hebt mee gemaakt. Waarvan de dagen vergleden met zon, zwemmen, een kasteel bezoeken, kinderen die zichzelf konden vermaken en waarop Man en ik wat lazen, praten, wijn dronken en weer wat dutten. Alsof er nooit een einde zou komen aan die fijne vrije dagen. Een vakantie waarin we samen plannetjes maakten en een kast ontworpen die we nog steeds hebben. 

Het was in die vakantie dat ik ze zag liggen. Een oudere man en vrouw. Rondom 1 van de meertjes waren ook kampeerplekken voor mensen die kortere tijd kwamen kamperen. En zij stonden daar ook. Met hun klassieke groene Volkswagenbus. Ik verbaasde me erover hoe ze daarin konden eten koken, slapen en zitten bij regenachtige dagen. Waarschijnlijk iets met minimalisme en niet al te lang van lengte zijn. 

Ze hadden op die warme dag een kleed uitgespreid op het gras voor hun bus en daar lagen ze samen op. Zij op haar rug en hij met zijn hoofd op haar buik. Hij had zijn ogen dicht. En het heerlijkste was dat zij een boek vasthield en hem voorlas. Ik kon me geen liefdevoller en ontspanner beeld bedenken dan deze twee mensen samen. Ik weet niet of hij luisterde of allang in slaap gevallen was door haar stem, maar het raakte me diep, deze twee mensen samen. Zo weinig nodig hebben en zo rijk zijn. 

Romantiseer ik deze herinnering? Vast. Maar ergens zit er ook iets moois in, over hoe ik kijk naar de toekomst met Man als we ouder zijn en het ons gegeven is om nog samen te zijn. Het hoeft niet groots te zijn. Geen huis met een zwembad, verre reizen om maar wat te noemen. Rust, samen zijn, elkaar wijzen op goede dingen. Tijd door brengen. Niet haasten. Elkaar voorlezen en luisteren. 


donderdag 1 september 2022

Kus

 Ik zit op een terras met Man. De eerste keer sinds ik met een burn-out thuis kwam te zitten. Of misschien kun je beter zeggen: liggen. Dood en doodop was ik. Maar nu gaat het weer wat beter, zodat we sinds maanden samen weer de stad in kunnen. Ik vind het heerlijk om te zitten met een drankje, samen wat bijpraten en soms zwijgen en anderen observeren.

Ergens verderop het terras zitten een man en vrouw. Ze zitten op een bankje bij een van de tafels. Zij met haar benen vooruit onder de tafel, hij naast haar met aan elke kant van het bankje een been. Om met hem te praten moet ze steeds haar hoofd naar rechts draaien. Hij praat veel en doet zijn hoofd steeds vooruit naar haar. Af en toe kijkt ze opzij, zegt iets of ze giechelt. 

Af en toe kussen ze elkaar, maar hij is steeds degene die het initiatief neemt. Steeds wanneer ze haar hoofd omdraait, kust hij haar gauw. Ik bepeins wat ze ervan vind, want ze kust hem wel terug, maar ze duwt zijn hoofd naar achteren. Een wat harde manier van kussen. 

Mijn hoofd en fantasie beginnen wat te ratelen, zeker als Man opmerkt dat de man in kwestie veel ouder lijkt dan haar. 'Zijn secretaresse', fantaseert hij erbij. Ik bedenk dat ze elkaar vast via een datingsite hebben ontmoet en dat hij al helemaal hotel de botel verliefd is en zij nog in de fase zit 'is dit leuk of niet'. Regelmatig kijkt ze op haar mobiel en laat iets zien aan hem, wat hij geweldig vind. En dan weer die kus, wat afwerend van haar kant. In elk geval doet hij zijn best. 

Na een uurtje stappen ze op, hij betaalt, de galante gozer. Hij slaat zijn arm om haar heen en trekt haar naar zich toe. Nou vooruit, dat laat ze toe en slaat haar arm om hem heen. 

Helaas zullen we nooit weten hoe het echt in elkaar zit. Als de Man mij een kus geeft, kijk ik hem diep in zijn ogen en kus hem terug. Zacht. En dan giechel ik ook. Maar misschien komt dat door mijn derde gin tonic.......






De les van de fles

Mijn vader was een echte zoals hij dat zelf noemde: Francofiel. Hij hield van het land, van de warmte, de natuur, de stokbroden maar vooral van de wijn. Genietend kon hij in een supermarkt staan en langs de rijen flessen lopen. Mompelend in zichzelf: 'hé die ken ik nog niet, hmm deze is ook interessant'. Mijn moeder was er op gegeven moment wel klaar mee en maande hem aan om een keuze te maken en verder te gaan. Je kunt wel stellen dat de caravan bij terugkomst was veranderd in een slijterij. 

Er waren altijd speciale wijnen waar hij zuinig op was. Hij trok graag een fles wijn voor ons open, maar wilde wel zelf bepalen welke.  Zo had hij op gegeven moment een fles chateau Margaux waar hij zuinig op was. Steeds weer zei hij: 'nee, deze bewaar ik voor een speciale gelegenheid'. Wat je ook zei, de fles bleef dicht. Welke speciale gelegenheid het was, dat was nog niet duidelijk, maar het lag ergens in de toekomst. 

Helaas overleed mijn vader in 2010. De fles (en meerdere goede flessen wijn) had hij nooit geopend. Op de avond van zijn begrafenis waren met ons gezin bij elkaar, de pizza's waren bezorgd en plotseling opperde iemand dat we die fles wijn wel konden openen. Dit was een verdrietige gelegenheid, maar zeker wel een speciale. Toosten op pap, onze Francofiel. 

De fles werd geopend en de eerste wenkbrauwen werden opgetrokken. Vreemde kleur, veel droesem onderin. Glazen werden ingeschonken, maar de eerste slok werd al uitgespuugd. De smaak was verschrikkelijk! Een tweede bijzondere fles werd opengetrokken, maar precies hetzelfde.

Pap had zo lang gewacht op die ene speciale gelegenheid, dat de wijn niet meer te drinken was. We waren teleurgesteld. 

Ik heb er nog lang aan gedacht en over gepeinsd en mijn conclusie is keer op keer: 

wacht niet tot die ene speciale gelegenheid, wacht niet tot het vrijdag is of weekend, wacht niet tot die 5 kilo eraf of het vakantie is, wacht niet met het leven vieren, want je leeft nu!  

 





 
 

dinsdag 18 augustus 2020

Stukje vooruit en weer even stilstaan.

 'Het is lastig hè, om die ongezonde patronen te doorbreken', zei de therapeut. 
Ik had haar verteld dat ik tijdens mijn vrijwilligerswerk in de kringloop letterlijk onderuit was gegaan, inclusief een bezoek van de ambulancedienst en diverse bezorgde collega's om me heen. 
Ik was zo blij om weer aan de slag te kunnen, dat ik was vergeten hoe belangrijk het is om grenzen te stellen, te luisteren naar mijn lijf en gevoel, naar alle inspanningen van de maanden ervoor in therapie.
Dat ik me nog in de herstelfase bevond. 
Mijn hoofd en lijf zeiden: 'en nu mag je het zelf gaan doen, wij stoppen er even mee'.

Het doorbreken van oude patronen is lastig. Het is zo'n bekende weg geworden, dat die het makkelijkste lijkt. Ik was alleen vergeten dat het oude paadje me geen goed deed. 
Maar van je fouten leer je. Opnieuw ga ik aan de slag met een nieuw pad te maken en ook dat kost energie.
Althans, zo lijkt het. En toch is het investeren, maar met hoog en lang rendement. 
Ik ben na de vakantie weer begonnen, ik start een uur later en heb tussen mijn 2 dagen dat ik in de kringloop ben, een rustdag gepland. Ik merk nu dat ik energie krijg, door rust in te bouwen.
Het hoeft allemaal niet zo snel en hard. Door wat langzamer te gaan, is het net zo leuk. 

Of zoals iemand zei: 'als je een aantal treden omhoog geklommen bent, sta dan ook eens stil en geniet van het uitzicht. Stilstaan is niet achteruit vallen, het is pas op de plaats maken'. 





zaterdag 28 september 2019

Berenklauw

Iedere week rij ik er 6 keer langs: net na de rotonde, een sloot met daarnaast reusachtige berenklauwen.
Eerst zijn ze groen maar hoe verder de zomer vordert, veranderen ze in bruine imposante planten.
Ik weet dat je groene berenklauwen nooit mag plukken met blote handen, want dan loop je grote kans op ernstige blaren.
Maar nu zijn ze bruin en klaar om geplukt te worden.

Er is echter een probleem: ik durf niet.
Ik rij de route niet voor niets 3 keer per week, ik ben dan op weg naar een vorm van therapie voor onder andere het tackelen van mijn angsten inclusief oorzaak en gevolg.
En ik heb heilig ontzag voor eventuele mannen en vrouwen met gezag, die me kunnen corrigeren en bevragen: 'maar mevrouw, wat doet u nu?'.
Het gekke is dat ik echt niet zou weten waarom ik die planten niet zou kunnen plukken, maar de angst voor, is al genoeg om het te laten.
En zo rij ik likkebaarden langs die enorme reuzen die ik zo verschrikkelijk mooi vind.
Man gaat af en toe mee naar die plek van therapie en lacht me uit, elke keer weer.
Of hij zegt: 'maar schat,  er zit een sloot tussen, dat is niet te doen!'.

Dan komt er een dag. Een vrijdag. De zon schijnt.
Ik heb een gesprek met mijn regiebehandelaar wat diep, zeer diep gaat. Ik zie trauma onder ogen en huil, schreeuw, vloek. Ergens diep van binnen komt er een gedachte: 'maar ik kan dit wel, ik kom hier doorheen'. Een openbaring.

Met de adrenaline nog in mijn lijf rij ik weg richting de berenklauwen. Dan komt de gedachte: 'fuck it! Ik ga het gewoon doen!'.
Ik rij naar de rotonde, volledig rond en rij weer terug. Ik parkeer de auto langs de kant van de weg en sprint naar de overkant. Niemand stopt, niemand zegt iets.
Ik kijk naar de berenklauwen en ontdek: Man heeft gelijk, er zit een sloot tussen. Met water erin.
Ik kijk, schat de breedte van de sloot, neem een aanloopje en .........spring half in de sloot en zak weg in de modder. Mijn voet zuigt vast en ik wrik 'm los en klauter de kant op.
En dan moet ik heel hard lachen, ik ben met mijn witte sneakers gewoon in de sloot gesprongen.
De sneakers zijn vies en onder de modder net als mijn sokken en onderste deel van mijn benen.

Maar ik sta er! Prachtig grote berenklauwen voor mijn neus. Mijn moed neemt toe en ik bedenk dat ik er dan ook persé 1 wil die achter het hek staat. Hij knapt makkelijk af en ik takel 'm over het hek.
Een snoepwinkel, welke wil ik hebben? Nog 2 mooie. Dan sta ik met 3 enorme berenklauwen in mijn handen en ik blijf maar grinniken en grijnzen.
Tja. Nu moet ik terug over de sloot met die giganten in mijn handen en hoe doe ik dat?
Een stukje verderop lijkt het iets minder breed en inderdaad, ik kan eroverheen springen zonder nog een keer in de sloot te belanden.

Ik wandel het stukje terug naar de auto. Nog steeds niets gebeurd. Er fiets een mevrouw langs, ze ziet de planten in mijn handen, lacht en zegt: 'hallo!'.
Oh.
Bij de auto fietst er een meneer langs die opgewekt: 'hoi!' zegt.
Ook nu gebeurt er niets. De planten passen net in de auto.
Ik ook met mijn zwarte voeten en ik rij naar huis. Ik kan niet ophouden met keihard te lachen in mezelf: 'ik heb het gedaan!! Ik kan het!!'.









maandag 18 juni 2018

Haast om te leven

Ik las ergens een quote:
There is purpose in your season of waiting. 
Vrij vertaald voor mij: er is betekenis in de tijd dat je wacht.

In de afgelopen maanden werd duidelijk dat de GGZ waar ik naar verwezen was, niet de juiste plek is. Men vertelde me dat de juiste expertise niet aanwezig was en dat ze huiverig waren om met me aan de slag te gaan in gesprekken.
De vraag die centraal lag, was of ik wel 'genoeg grond onder mijn voeten had'. Oftewel: kon ik traumatherapie aan?
Mijn psychiater kwam met de suggestie om me door te verwijzen naar een derdelijns GGZ instelling, een Traumacentrum met veel expertise in PTSS en trauma.
Na lezen, praten en dubben besloot ik daar voor te gaan.

En toen bleek er een wachtlijst te zijn. Niemand kon duidelijk aangeven hoe lang. En dat frustreerde me. In mijn hoofd maakte ik steeds berekeningen over wanneer ik dan kon starten, hoe dat voor of na de zomervakantie zou zijn, of er dan wel genoeg informatie zou zijn voor de Ziektewetuitkering....

In de tussentijd liep mijn contract af bij mijn werkgever, waarmee ik in goed overleg had besloten om het contract niet te verlengen. Het re-integreren stopte en ik nam afscheid.
Verbazingwekkend genoeg miste ik het werk niet. Sterker nog: ik was opgelucht dat de druk van werk opbouwen weg viel. Ik kreeg lucht om rond te lummelen, met beton te spelen, voor me uit te staren..... en na 6 weken merkte ik dat ik meer energie kreeg!
De angsten bleven weg en er vielen steeds meer kwartjes op zijn plek. Tussen de angsten door en de paniek speelde ook een burn out mee.

Mijn leven moest on hold. Geen grootse doelen, maar rust.  Rust in mijn hoofd en in mijn lijf.
Ik merkte ook dat de rugpijn door een ontstoken zenuw niet meer aanwezig was en het lukte me zelfs om pijnmedicatie af te bouwen.

In mijn haast om te leven, om zo gauw mogelijk verder te kunnen vergat  ik steeds weer dat het oké is om te wachten. En dat die tijd juist kostbaar is.
Dat deze periode me juist de mogelijkheid geeft om vaste grond te krijgen en straks een intensieve therapie aan te kunnen.
Als ik wacht, sta ik niet stil. Mijn leven staat niet stil, het vertraagt alleen maar. Dit geeft mogelijkheid tot herstel, tot opbouwen. En dat is nu de betekenis in mijn wachten. 
Inmiddels heb ik de eerste gesprekken gevoerd en over een aantal weken komt er een advies.
Dan volgt een zomervakantie en daarna ga ik starten. In rust.

En zo zoemt regelmatig de vraag door mijn hoofd die God zacht aan me stelt:
Wat doe je met de tijd die je gegeven is?  

Monstera In The Saddle