maandag 7 juli 2014

Een authentieke bank.

Ik had een idee.

In onze tuin staat een bank. Deze bank hadden mijn ouders gekregen van hun kinderen toen ze 45 jaar getrouwd waren.
3 jaar geleden moesten we helaas als kinderen het huis van mijn ouders leeg halen, mijn vader overleed 4 jaar geleden en mijn moeder ging verhuizen naar een plek waar ze veilig verzorgd kon worden.
De spullen die ons dierbaar waren, werden door ons verdeeld en de rest kreeg een andere bestemming.
Mijn oudste broer kreeg de bank, door ons gekscherend de bananenbank genoemd.
Ik kreeg iets anders, maar diep in mijn hart had ik ook graag de bank mee genomen. Enige tijd later was mijn broer zo geweldig om de bank af te staan aan mij en hij kreeg van mij weer iets anders uit de inboedel.

De bank zag er niet mooi meer uit door gebrek aan onderhoud. De lak ging afbladderen. Zo jammer.


En toen kreeg ik dus een idee.
Dankzij Pinterest kwam ik erachter dat er tegenwoordig krijtverf bestaat. Matte verf die je zo over het voorwerp heen mag schilderen, zonder te moeten schuren oid. Geweldig!
En aangezien mijn verjaardag spoedig zou komen, vroeg ik als cadeau aan Man of hij de bank wilde schilderen.

Hij ging akkoord. Onder lichte vorm van protest, maar toch: akkoord.
Zondagmiddag.
De bank stond droog onder de veranda. Wat schetst mijn verbazing: Man ging de bank schuren!
Ik gaf een gil: 'schat! dat hoeft niet! Je mag er gewoon overheen schilderen, dat geeft een authentieke look'.

Dat had ik niet moeten zeggen.
'Authentieke look', herhaalde hij op een enigszins verachtelijke toon en vervolgde op een wat belerende toon: 'je kunt verf niet zomaar ergens overheen doen, dat wordt lelijk'.
'Maar het hoort zo!', zei ik weer, 'ik heb het echt gelezen en van de mevrouw van de verfwinkel gehoord'.
Man schuurde stug verder. Ik zeeg neer op de hoekbank op de veranda.
'Dit is andere verf dan je gewend bent', ging ik weer verder. Man schuurde een tandje harder met grote uithalen.
'Authentieke look', zei hij weer. Argh!
'Nou, waar is die verf van je', zei hij opgewekt toen hij uitgeschuurd was. 'In de keuken', zei ik narrig.

Hij begon te schilderen. Ik zakte nog iets verder onderuit.
'En die tweede laag doe je maar mooi zelf', zei hij opeens. Zeg! Dit was toch mijn cadeau?
Hmmm. De eerste laag dus.


Ik schilderde de tweede laag op een authentieke manier naar ik hoop.
Man keek prijzend toe.
En toen was de bank klaar en weer in volle glorie hersteld.
Prachtig.


vrijdag 20 juni 2014

Op elke beker past een deksel.....

Zo'n ochtend als alle andere.
De wekker gaat, ik draai me nog es om en draai me weer op en check de tijd op mijn mobiel.
7:06
Tijd om een been naast het bed te hangen en me voor te bereiden op het ochtendritueel.

Oh nee. Dat gaat vanmorgen wat anders, want Man is de hort op.
Ik moet het ochtendritueel zelf organiseren.

Vervelend, want nu moet mijn tweede been iets sneller naast het bed gaan hangen.

Goed. Wassen, plassen, kinderen wakker kussen,
30 keer roepen dat ze nu echt uit bed moeten, jawel je moet uit bed, want je moet naar school, nee je kunt niet thuis blijven, nee je kunt geen korte broek aan vandaag want het gaat regenen en het is koud en kom nou eindelijk dat bed uit

Beneden.
Brood smeren.
Dat doet Man elke ochtend, dus nu moet ik uitvogelen wie hoeveel boterhammen mee naar school neemt en wat daar op moet.
'Weet je dat nou nog niet?', vraag Zoon met een klein ochtendhumeur. Sorry hoor.
Broodtrommels gevuld, kleinepauzehap erbij en dan 2 pakjes drinken.
La open, pakje yokidrink voor allebei.

Ai. Pakjes sap zijn op. Hmm. En nu?
Dan een beker erbij uit die goede oude tijd van groep 3.
Beker. Waar zijn die bekers eigenlijk.
Natuurlijk, vorige week ontdekten we dat er bekers waren die lekten, dus heb ik die weg gegooid.
Oh.
Hoe laat is de Aldi open? Hé bah, daar heb ik helemaal geen zin in nu.
Ach kijk, daar staat nog een beker! Sapje erin, Zoon kan naar school.
Nu Dochter nog. Hmmm. Zal ik de Buurvrouw even appen of ze nog pakjes heeft?
Ik heb een flesje waar water in kan, is dat handig? Beetje sap erin, rietje erbij.
Ligt er echt niet nog een beker in de kast? Jaaaa, toch nog een Prinsessenbeker.
Maar waar is de deksel? Oh kijk nou, in de la met Tupperware bakjes ligt een deksel.
Argh, die deksel hoort bij de beker die ik vorige week heb weg gegooid.
Toch erop draaien, gewoon dom draaien. Het past. Enigszins.

Dwars door alle gedachten heen zie ik Zoon en Dochter kijken.
'Een beker mee naar school?', zegt Zoon vol afgrijnzen.
'Ja sorry', zeg ik schuldbewust, 'ik heb er niet meer opgelet of er nog genoeg pakjes waren, dus nu moeten jullie maar een beker mee naar school'. Niet verder zeuren denk ik er achteraan.
Hij gaat verder met zijn boterham.
'Die deksel hoort niet bij die beker', klinkt dan de beschuldigende stem van Dochter.
'Neeee, dat weet ik, maar ik heb niks anders, als ik het nou heel hard aan draai, dan lekt het denk ik ook niet. En als je dan de deksel niet open krijgt, moet je het maar even aan juf vragen', zeg ik terug.
Ze kijkt me aan.
'Die bekers lekken', zegt ze weer.
'Zal ik er een plastic zakje omheen doen, ik denk dat het zo wel gaat', vraag ik haar.
Ze kijkt twijfelend naar me. Kijkt weer naar de beker.
'Please, ga nou niet moeilijk doen', denk ik. Ze knikt en richt haar aandacht weer op haar boterham.

Ik stop de spullen in hun tassen.
De beker met verkeerde deksel en plastic zakje kijkt me aan.
'Had je nou echt niet even kunnen opletten en ervoor kunnen zorgen dat er pakjes drinken in huis waren?', zegt de beker verwijtend tegen me.
Ik steek mijn tong uit en stop 'm in de tas van Dochter.

Ik weet zeker dat ik niet de enige Moeder ben met dit soort zaken.
Daarom pak ik mijn beker koffie en de krant.
Het is zoals het is en vandaag is het een beker met een verkeerde deksel en een plastic zakje erom.
Niks mis mee.



zaterdag 3 mei 2014

'Dat werk...ik zou het niet kunnen'.

Soms, als ik vertel over mijn werk in de zorg, valt er weleens de opmerking: 'ik zou het niet kunnen, dat werk'.
Ik probeer uit te leggen hoeveel lol ik soms heb, hoe dankbaar mijn cliënten kunnen zijn en hoe een simpel kopje thee drinken met iemand, nu net de dag wat aangenamer kan maken.

En toch.
Er zijn van die momenten.
Er is een cliënt die ernstig ziek is. Ik zit bij hem en schrijf in zijn map en terwijl ik weer naar hem kijk, staat mijn hart even stil. Zomaar in een flits is het alsof mijn Vader er zit.
Hetzelfde grauwe, gelige gezicht toen hij in de laatste fase van zijn leven was. Een zelfde donkere bril en een dun bosje haar.
De ingevallen wangen.
Ergens van binnen roert zich een gevoel, een professionele afstand die weg valt en de toestand van mijn cliënt me raakt.
Maar het is een cliënt en ik verman me, ga verder met het werk.

Ik spreek erover in een gesprekje met mijn Leidinggevende en ze gaat er serieus op in.
'Geef het aan in het team als het teveel wordt en draag de zorg over'.
Oftewel: zorg voor jezelf.
Het botst van binnen. Ik vind dat ik die zorg moet kunnen geven, ik heb dit beroep gekozen.
Toch?
Een week later: overleg met het team. Bij de rondvraag besluit ik het toch te noemen en tot mijn verbijstering raak ik geëmotioneerd als ik vertel hoe deze cliënt en zijn situatie me raakt vanwege mijn Vader en springen de tranen in mijn ogen.
Het team reageert begripvol als ik vraag of ze de zorg over willen nemen als het me niet lukt. Natuurlijk!

Een dag later.
Een collega vraagt of ik mee wil gaan naar een cliënte waarvan haar toestand zeer snel achteruit gaat, om haar wat op te frissen.
In het appartement zijn haar kinderen aanwezig. We zoeken naar een geschikt nachthemd, overleggen welke fijn zit.
Mevrouw probeert ons wat duidelijk te maken, maar we komen er niet goed uit, totdat haar dochter en schoondochter het opeens begrijpen: het gaat over welke kleding ze aan krijgt in de kist.
Het gesprek is bijzonder en de slaapkamer vult zich letterlijk met openheid en liefde. Stilletjes trek ik me terug, dit is zo intiem, ik als buitenstaander pas er nu even niet.

Een morgen later loop ik het kantoor in en daar zit mijn collega.
Haar ogen staan anders dan anders en als ik vraag wat er is, barst ze in snikken uit.
Ze probeert wat te zeggen, maar de emoties nemen de overhand.
Het is niet altijd in woorden te vatten, het hoeft ook niet. Een situatie, een cliënt, het raakt soms iets aan waarvan je niet meer wist dat het er was. Een verdriet, gemis van een ander.

Nog een dag later. Ik kom bij een cliënte met veel pijn en ze verteld dat ze denkt over euthanasie.
Ik ga mee met een collega om de mevrouw van gisteren te verzorgen, ze is niet meer aanspreekbaar.
Ik drink een kopje koffie bij de cliënt die zoveel aan mijn vader doet denken.

Als ik mijn collega tegen kom als ze naar huis gaat, doet ze alsof ze in elkaar stort, grijnst en ik doe met haar mee.
Geen woorden nodig.
In het kantoor is de avonddienst al aanwezig. Ze nemen het werk over, gaan op pad, door de deur een appartement in, naar het verhaal achter die deur en geven daar de zorg, tot op het naakte lijf.
Luisteren, verzorgen tot het tijd is voor de volgende.

Als ik naar huis fiets, realiseer ik me
dat werk, waarvan je soms zegt: ik zou het niet kunnen, wordt gedaan door mensen die het af en toe ook niet meer kunnen. Je bent geen robot, je bent mens.
Gelukkig wel.

woensdag 30 april 2014

Langemevrouw zijn.

Dat ik redelijk bovengemiddeld lang ben, dat is menig mens wel opgevallen en anders zegt de blogtitel genoeg.
honderdnegenentachtig centimeters.

Meestal heb ik daar geen last van.
Maar soms, heel soms. Als er een nieuw seizoen aanbreekt, bijvoorbeeld de lente.
De zon schijnt en de vogels fluiten en ik heb zin om alle dikke en warme kleding van me af te gooien.
De kledingkast in te duiken en alle shirts en tops en hemdjes op te zoeken.

Zo ook dit jaar.
Ik constateerde echter dat ik dringend wat nieuwe spullen nodig heb.
En daar begon de queeste.
Winkel in, winkel uit. Kledingrekken langs, keuren, zoeken, kleding door mijn handen laten glijden.
Voor me houden met dat aloude trucje: hanger dubbel slaan en naar beneden kijken. Het is een tweede gewoonte geworden.
Ik zie dan onmiddellijk of een shirt lang genoeg is of niet.
Dit jaar werd het drama, de mode is kort en kort en nog korter. De verkoopsters her en der bevestigen het, kort is hip.
Maar kort is bij mij té kort.
Te kort of bijna net niet te kort, dat is niks, dat voelt armoedig.

Na 3 keer de Stad te zijn rond gelopen en nog niets te hebben gevonden, reisde ik toch maar af naar een provinciale plaats in de buurt. Ik zal de naam niet verklappen alleen dat het met een M begint en eindigt op een L.
Daar waar ze plat praten...

Ook daar wederom winkel in en winkel uit, kijken/kijken/niet kopen.
Dure winkels binnen lopen, vreselijk goedkope en foute winkels in lopen, oude mevrouwen winkels in en hard weer uitgerend en niets niets.
Dan maar een winkel die zich ook in mijn eigen Stad bevind.
Een trui en een vestje, dat leek wel wat, daarbij een hemdje wat onder de trui past.
Pashok in en dat altijd genante moment: het pashokje uitlopen en voor de grote spiegel staan en de keurende blikken van verkoopsters en andere klanten te voelen. Zo irritant: een pashokje zonder spiegel.

Enfin: trui en hemdje.
Achter me voel ik de blikken van de piepjonge verkoopster.
'Leuheuk', zegt ze. Argh.
'Is dat hemdje van uzelf of uit de winkel?', vraagt ze verder.
Ik ben op een kookpunt van pure frustratie beland en moet me inhouden om niet uit te vallen: 'nou wat denk je zelf??', tot ik eens goed in de spiegel kijk en zie dat de trui helemaal niet verkeerd is. Een beetje strak misschien.
'Heb je misschien een maat groter?', vraag ik.
'Oh', zegt ze verschrikt, 'dan moet ik in de computer kijken!'.
Na een paar minuten komt ze terug, blij. Een maat groter.
Een trui in een maat groter die past, lekker zit. Bovendien is het vest ook goed. Ik denk nog even niet aan het feit dat ik graag een leuk shirt wil bij dat vestje....
Van blijdschap begin ik te ratelen tegen het meisje:'en ik kon toch helemaal niets vinden en ik kom hier niet vandaan en alles is te kort en....'.
'Maar we hebben ook een winkel in uw stad hoor', zegt ze meelevend. Tja. Juist.
Ik doe even mijn ogen dicht bij het pinnen als ik op de knop OK druk.

Eindelijk. Iets leuks.
Nog even niet denken aan de zoektocht naar een badpak.....
Argh!
Was Langevrouw maar een beetje Minderlangevrouw.

dinsdag 15 april 2014

Over buiten de lijntjes en (laten) kleuren.

Ik ging naar Parijs. Alleen.
Het idee was zomaar geboren op een zondagmiddag.
'Durf ik best!', riep ik tegen Man die dat onmiddellijk beaamde. Het kan ook zijn dat hij in gedachten al bij de vrije dagen zat die hij voor mijn trip moest vrij nemen.

Maar enfin. Ik boekte een retour Thalys en een appartementje in de wijk Montmartre en toog op een zonnige donderdagmorgen richting Parijs.
Van tevoren had ik me ingelezen over alle highlights die ik moest zien en alle potentiële gevaren voor een Langevrouw alleen.
Ik las over criminaliteit en waar je een kaartje voor de metro kon kopen.
Ik zette 3 verschillende apps op mijn mobiel over de metro, de TripAdvisor, Google Maps....
Ik las alles over de manieren waarop de Fransen die gekke toeristen konden oplichten.

Ik was er klaar voor.
'Maar waarom ga je álleen?', vroeg nog een vriendin op het schoolplein.
Tja.
Ik had de vraag al op vele verschillende manier beantwoord en eigenlijk lag het antwoord ergens in:
'omdat het kan
omdat ik het durf
het de ultieme overwinning op mijn angsten uit het verleden is
omdat ik zin heb om buiten de lijntjes te kleuren'

Vrijdagmorgen klom ik ongeveer 200 traptreden omhoog richting de Sacre Coeur. Ook daar kon ik Franse types verwachten die op de simpele toeristen zaten te wachten om ze geld te kunnen ontfutselen. Mij niet gezien!
Met strak gezicht en opgeheven hoofd marcheerde ik de kerk in en een kwartier later eruit.
Foei, veel te veel toeristen daarbinnen!

Door naar de schilderachtige straatjes van de Montmarte waar je uren doorheen kon dwalen volgens TripAdvisor.
En natuurlijk de beroemde Place du Tetre bezoeken, waar schilders hun kunstwerken toonden en je een portret kon laten schilderen.
Ha! Dat zou ik weleens bekijken!
Vakkundige wimpelde ik de eerste opdringerige Fransen af die met papier onder de arm al klaar stonden.
Rustig doorlopen en eerst maar eens de boel bekijken.
Op het pleintje nog meer Franse mannen, 'Madame! madame! you portret?'. Opzouten kerel, dat bepaal ik zelf wel.

In een hoekje zat een oudere man, hoed op, grijze baard. Ik bekeek de portretten die hij had getekend en op een schildersezel hingen. Grappig.
De man zag mijn interesse en begon onmiddelijk: 'Deutsch? Englisch? American?'.
'Non, je suis de Hollande'. Ketsjeng meneer,
'Aaaah', zei hij vol bewondering, 'you speak French! Do you want a portret?' en onmiddellijk toverde hij een vodje uit zijn jaszak waarop een aantal prijzen stonden.
Natuurlijk, voor mij een speciale prijs, een groep kostte 40 euro, 1 persoon 20 euro.
'Non, non', zei ik en hij had het meteen door. Op een wat zachtere toon vroeg hij: 'to many for you? What price you want?'.

Ik voelde me een Langevrouw van de wereld.
Ha minse, daar stond ze toch maar eventjes alleen met een Fransman te orakelen op een pleintje ergens in Parijs en ik kon ook nog afdingen.
'fifteen euros', zei ik en de deal was beklonken. Voor de zekerheid herhaalde ik nog een keer: 15 euro! oké?! jaja knikte de man.
De man begon met stoeltjes te schuiven en wees me hoe ik moest gaan zitten en welke kant ik op moest kijken.
Op vertrouwelijke toon begon hij wat te praten en ondertussen te schetsen, dat ik toch zo goed Frans kon en waar kwam ik vandaan en was het mijn eerste keer en oooh! ik moest nog meer lachen, smile! beautiful women with beautiful smile.
Hij keek en keek en schetste en pakte weer een ander potlood en ik dacht alleen maar aan dat énige portret waarmee ik thuis zou komen.
Vanuit mijn ooghoeken zag ik ondertussen hoe andere slimme Fransmannen de andere toeristen steeds maar weer aanklampten.
En zo af en toe was er weer een toerist die viel voor de radde tong van zo'n man.

'Une minute', zei mijn kunstschilder en toen was het klaar.
Hij draaide de tekening om en ik was toch zeker 2 seconden verbluft en vervolgens gierde en bulderde ik van de lach!
Dat prachtige portret was gewoon....een cartoon, een soort spotprent geworden!
Ha! Langevrouw van de wereld, gewoon voor de charmes en de gehaaidheid van een oude Fransoos gevallen.
Een portret zoals hij er waarschijnlijk tig per dag maakte, met een beetje een draai van de toeriste die voor hem zat.
Met beide ogen erin getrapt, ook ik.
Ik gaf hem de 15 euro en wist niet hoe gauw ik weg moest wezen.

Ik dacht nog even niet aan hoe hard Man thuis erom zou lachen, maar wel welk antwoord ik had kunnen geven op de vraag: 'waarom ga je alleen?'.
De waarheid was niet dat ik buiten de lijntjes wilde kleuren, maar dat ik mijn éigen lijntjes van het leven wilde kleuren.
Of in dit geval: laten kleuren!






zondag 9 maart 2014

Hoofd op stand mute.

Er zijn dagen dat ik wilde dat ik zomaar het besluit kon nemen om even niet meer te denken.
Gewoon zomaar: mute. Stop. Stilte.
Even niet de eindeloze stroom van gedachten, het ene beeld na het andere.

Het gekke is dat er dagen zijn dat mijn hoofd blij is en mijn lijf niet zegt: au! rugpijn!
Ik kan de wereld aan en voel me licht.
Eigenlijk is dat het moment dat de alarmbellen moeten gaan rinkelen. Dat zijn namelijk de momenten dat ik mijn grenzen ga verleggen.
De momenten dat ik denk dat ik door het leven wandel, maar in werkelijkheid ga ik snelwandelen en dan joggen en dan...
rennen.
Dat voelt in eerste instantie best goed.
Ha! het leven is goed.

Tot dat.

Mijn rug zegt: au!
Ik krijg zomaar spierpijn in mijn bovenarmen.
Mijn hoofd begint druk te worden en de ene gedachte buitelt over de andere. Een opmerking komt hard binnen.
De negatieve gedachten sluipen naar binnen. Ik ga twijfelen.
En nog heb ik het niet helemaal door en treed een oud mechanisme in werking: zet het hoofd in stand negeren en gewoon doorgaan.

Dan zit ik tegenover Wijze Vrouw en zeg: 'ik zit helemaal niet lekker in mijn vel!'.
Ze lacht en zegt: 'gek hé, je bent ook zo hard aan het werk. Met jezelf, met je werk, met je gezin, met....tja: leven'.

En dan. En dan valt het kwartje.
Oh ja.
Leven in de stand 'overleven' is niet meer nodig.
Het hoofd in de stand MUTE willen zetten, is niet goed. Het is een symptoom van drukte, van doorgaan, van altijd maar meer willen, meer moeten. Genieten van het goede en dan juist de stilte en rust opzoeken, dat is leven.

Leven is vallen, opstaan, lopen en het daar bij laten.
Wat is dat moeilijk.

Heb jij dat nou ook?


(gevonden op http://pureblyss.tumblr.com/)

maandag 20 januari 2014

Het mapje van 12 jaar.

Er zijn van die dagen dat de spinnenwebben in mijn hoofd nogal aanwezig zijn.
Mijn gedachten worden daardoor onsamenhangend en onoverzichtelijk.
Erg vervelend, want daardoor verlies ik verbanden uit het oog, wat belangrijk is en niet en dat eindigt soms bij Man op de bank in grote irritaties.
Gelukkig is hij nooit te beroerd om samen met me een stofdoek en ragebol te nemen en dan door die spinnenwebben heen te gaan.
Dat is fijn, want in mijn hoofd vliegen er minstens 10 verhalen en beelden per minuut langs en als dat zo onoverzichtelijk wordt, dan kost me dat bakken energie.
Misschien ben ik daardoor in mijn huis zo bezig met soppen, opruimen en weg gooien?

Het hoofd van Zoon ziet er heel anders uit.
Op de een of andere manier heeft zijn hoofd een manier gevonden om met zijn autisme om te gaan.
Er zitten mannetjes in zijn hoofd. Mannetjes met een blauwe stofjas aan, met een witte helm en een grote bouwvakkersbril op.
Als hij moet lachen, dan lachen alle mannetjes in zijn hoofd mee. Als hij moet huilen, dan zegt hij: 'en de mannetjes moesten huilen! huilen!´.
En als hij gaat eten, mogen de mannetjes pauze nemen in de kantine.
Vraag me niet hoe dit ontstaan is! Er is een tijd geweest dat ik me daar zorgen over maakte, maar blijkbaar is het voor hem een manier dat werkt.

Gisteravond zaten we aan tafel.
Op de tafel staat een oude Brabantia brooddoos waar we allerlei zooi in doen, stekkertjes voor de laptops, wachtwoorden voor Dochter van Moviestar Planet, koptelefoons, een dvd, een cd/rom van Windows.......
Zoon rommelt wat in de doos en vind een dvd van een dansoptreden van Dochter, juni 2013.
Plotseling begint hij een verhaal af te steken:
´ja en ik was er en Die Ene Jongen en zijn Vriend ook en we hadden zin in een snoepje, maar we hadden geen geld, maar Die Ene Jongen wel een muntje, dus die heeft hij in de snoepautomaat gestopt en toen hadden we een zakje snoep en zijn we naar de jongens wc gerend en hebben we de snoepjes verdeeld, maar....
hij begint keihard te lachen
..toen ging het niet helemaal goed en viel het zakje snoepjes in de wc en toen kwam er een meneer binnen en die zei:
hij schreeuwt het bijna
..WAT DOET DIT ZAKJE SNOEPJES NOU IN DE WC?´.
Zoon valt bijna van zijn stoel van het lachen en wij kijken elkaar stomverbaasd aan.
Blijkbaar beleeft Zoon allerlei avonturen waar wij niets van weten.
´Waarom heb je me dat nog nooit verteld?´, vraag ik.

´Dat zat nog in het mapje Vertellen als ik 12 jaar ben´, straalt hij naar me.

Doe mij es zo´n brein!

Monstera In The Saddle