maandag 22 oktober 2012

Over talent gesproken.

't Is zo'n bijbels gegeven: we krijgen allen talenten in dit leven en daar mag je of moet je wat mee doen.
Soms heb ik het gevoel dat ik dat talent met een lampje moet zoeken en zie ik het uiteraard bij een ander veel beter.
Gelukkig leven we met elkaar op deze wereld!

Man heeft het geweldige talent 'laat maar gaan, wie zien wel wat ervan komt' talent gekregen. Het kan ook zijn dat het er niet was en met de jaren is gegroeid.

Onlangs kreeg ik weer zicht op dat talent van hem.
Dochter vierde haar verjaardag, samen met 5 andere dames in de dop van 7 en 8 jaren jong.
Ik had tot in de puntjes het feestje gepland in mijn hoofd, ware het niet dat ik de dag ervoor en de dag zelf moest werken en dus ietwat de organisatie aan Man overliet.
Natuurlijk instrueerde ik hem en hij hoorde geduldig aan en knikte erbij.
Jah zakjes met opdruk vullen om mee naar huis te nemen (ik zag in zijn hoofd de gedachte: allerlei zooi in een zakkie) en de rest ging wat langs hem heen.

Uit mijn werk viel ik rechtstreeks in het festijn. Man ging pannenkoeken bakken en ik keek toe hoe die in hoog tempo verorberd werden. Hij floot en bakte en floot nog een deuntje.
Ik hielp stroop, suiker en kale pannenkoeken oprollen en voor de een in stukjes snijden en de ander behoeden voor stroop in het haar.
Man en ik zijn volledig op elkaar ingespeeld, ziet u wel.

Het festijn werd voortgezet op de zolder waar de verkleedkleren in driftig tempo werden uitgewisseld, zodat de feestgangsters in de meest gedurfde creaties naar beneden stampten. Op hoge hakken uiteraard.

Ondertussen moest ik Zoon uit school halen. Nog snel riep ik naar Man dat hij wel drinken kon inschenken met ene zoetigheid erbij.
Bij thuiskomst zag ik daar onmiddellijk dat ene talent wat Man bezit en ik ontbeer.
De dames zaten aan tafel met voor zich elks een bordje met een cakeje erop.
In het midden van de tafel stond een pak hagelslag en een bus spuitslagroom.
De inhoud van deze twee ingrediƫnten lag torenhoog om/op/naast/onder de tafel.
Gillend maakten ze torens van slagroom waarbij kwistig de hagelslag erop werd gedeponeerd. En dan de monden wagenwijd open, gillend dat het er niet in paste.

Had ik u al gemeld dat ik verbijsterd in de deuropening stond? Bij dezen.
Maar het grootste wonder zat op de bank. Man, de rust zelve.
Hij zat daar met de krant en een kop koffie.
Ik keek hem aan en zei: 'OOOOH!!'.

'Wil je ook een kop koffie?', vroeg hij vriendelijk.
Ik keek terug naar de tafel en het zooitje ongeregeld en weer terug naar Man met zijn krant en koffie.
In mijn hoofd rende ik al met de stofzuiger in de ene hand en een doekje in de andere hand rond de tafel en ik moest wederom erkennen: ieder z'n talent!

1 opmerking:

Anoniem zei

Knap!! Van Man. Ik ontbeer datzelfde talent. Meestal.
Maarja...zonder rommel minder vreugde, schijnt. Dus ik werk er aan.

(Je hebt het weer meesterlijk neergepend, ik zie het voor me:))

Liefs!
Lisette

Een reactie posten

Monstera In The Saddle