donderdag 2 augustus 2012

Tuimeltekst

Op Twitter deed ik onlangs een ontdekking: www.tuimeltekst.nl .
Pakkende kreten met een diepe betekenis. Mooi!

Ik bestelde deze 2:

Wat ontvang ik door los te laten?

en deze:

En wanneer valt de muur waar jij tegenaan loopt?

Nu nadenken welke in de kamer komt en welke op het toilet!


dinsdag 17 juli 2012

Contactmoment

Op mijn route van mijn avonddienst staat rond 18.00 een echtpaar.
Een contactmoment zoals we dat noemen, even kijken hoe het is en of ze hun medicatie hebben ingenomen. 2 x 10 minuten staat daarvoor.

Ze wonen nog in deze flat, maar ze zijn aangemeld voor een plek waar meer zorg is voor ze. Beiden zijn ze licht dementerend.

De afspraak is dat we bij binnenkomst niet meteen over de medicijnen beginnen, maar eerst tijd nemen, praatje maken en dan voorzichtig informeren of meneer de pillen al heeft gepakt voor beiden.

Ik ga op de bank zitten. Zij kijkt me wat wantrouwend aan, hij vindt het wel gezellig.
'Zo zo, ben je daar weer?'.
'En, heeft u nog nieuws', vraag ik?
Hij denkt na. 'Nieuws, nieuws...tja is er nog nieuws', mompelt hij.
Zij reageert onmiddelijk: 'nou, heb je nog nieuws?' zegt ze luid tegen hem.
'We hebben geen nieuws, nee er is geen nieuws en er is nieuws'.
Zij zucht hoorbaar.

En dan beginnen zijn ogen te twinkelen.
'Jahaaa, ik heb nog een verhaal voor je!'.
Ik zak wat verder onderuit. 20 minuten voor een verhaal, moet kunnen.
Ik kijk stiekum door de kamer of ik de bakken met medicijnen kan zien en of de zakjes van 18.00 er al uit zijn.

'Het zit zo', begint hij op luide toon
(hij is wat hardhorend en praat daardoor meestal harder dan normaal)
'ik had een brief gekregen met de mededeling dat mijn gehoorapparaat 5 jaar oud is en dat het tijd was om na te laten kijken'.
Hij kijkt zoekend om zich heen, 'waar heb ik die brief nou gelaten?' en begint te zoeken tussen een stapel papieren.
Achter ons hangt de agenda met daaraan een papier.
'Is dit de brief?' vraag ik?
Hij kijkt verbijsterd. ' Nouja zeg', roept hij uit, 'hoe ziet u dat zo snel?'.
'Daar word ik voor betaald', grap ik.

'Afijn, in die brief stond dat ik een telefoonnummer moet bellen zodat ik een afspraak kon maken. En wat denk je: krijg ik zo'n dame aan de lijn die niet weet waar ik heb over heb. Gaat ze eerst die brief zoeken en dat duurde me veel te lang.
Waardeloos, ze wist gewoon niet waar ik het over had.
Dus ik zeg: 'dame, dit slaat nergens op, als u niet opschiet, dan ga ik wel naar een ander!'.

Ik weet hoe boos hij kan zijn en heb nu al medelijden met degene aan de andere kant van de lijn.
'Weet je wat ze zegt? Dan moet u dat maar doen meneer!'.
Ik proest.
'En ik zeg nog een keer: dan ga ik naar een andere instelling mevrouw! En dan zegt dat mens: 'ja meneer, dat moet u dan maar doen!'.
'Ik heb de hoorn erop gegooid, belachelijk gebeuren!'

Dit gaat een lang verhaal worden bedenk ik me.
Zij zit hem ondertussen te observeren.

'Dus ik denk bij mezelf, wat kan ik nu doen, want dat apparaat moet wel worden nagekeken', vervolgt hij op luide toon.
'En dan bedenk ik me opeens dat er hier in het winkelcentrum ook zo'n winkel zit van die firma. maar ja: dat is een probleem, want de directeur van die zaak is een vreselijke vent! Maar goed, ik ben er toch maar heen gelopen.
Kom ik daar binnen in die zaak, staat meneer de bedrijfsleider achterin. Hij ziet me wel en weet je wat ie doet?'.
Hij wijst met beide wijsvingers naar zijn oren en vervolgt: 'hij zei niks, alleen maar met die vingers! Dus ik wijs terug naar hem met 2 vingers naar mijn oren, 2 OREN MENEER 2 OREN en ik stier die winkel weer uit, idioot!'.

Ik kan er ondertussen niets aan doen, maar gier het uit van het lachen. Hij merkt er niets van, maar oreert weer verder.
'Dus ik kom thuis en denk bij mezelf: tja hoe moet ik dit nu oplossen? Als ik weer naar dat nummer bel, krijg ik dat mens weer aan de lijn'.

Opeens klinkt uit de hoek van de kamer: 'SCHIJTLIJSTER'.
Ik bulder opnieuw van de lach, maar ook deze keer heeft hij het niet door, zo zit hij midden in zijn verhaal.

'Maar ja, ik moet toch wat, dus ik heb toch maar dat nummer gebeld en wat gebeurt er: ik krijg een andere dame aan de lijn die het binnen 3 minuten gefixt had!'.
Tevreden kijkt hij naar me.
'Maar hoe doet u dat dan als u weer naar die winkel moet voor de controle?'.
'MET EEN GEWEER NATUURLIJK!'.

Ik zak door de bank van het lachen.

'Zal ik je nog een verhaal vertellen?' vraagt hij?
Zij zucht weer keihard.

'Nee sorry, daar heb ik geen tijd meer voor. Heeft u al gedacht aan de medicijnen?'.
Hij zegt niks terug. Hij denkt na en zijn ogen glimmen.
Hij staat al in de winkel en houdt 'die vent' onder schot.







donderdag 5 juli 2012

Aarden

aar·den (werkwoord; aardde, heeft geaard)
1 de aard, het karakter hebben van: hij aardt naar zijn vader
2 gedijen, groeien
3 zich thuis gaan voelen


We keken elkaar aan.
' Voel jij je hier al thuis?', vroeg ik aan Man.
Hij dacht na.
' Ik ben er nog niet', zei hij, 'ik moet hier nog aarden'.

Ah. Dat was het. De omschrijving voor dat gevoel.
Mijn spullen staan hier, maar ik ben er nog niet.

Aarden is herinneringen maken. Het eerste stukje stucwerk wat van de wand valt.
De eerste keer je verjaardag vieren. Thuis komen en zonder nadenken de sleutels op een plek leggen. Stofzuigen en na 3 keer merken dat je dezelfde route door de kamer neemt.
De poes tevreden zien slapen op de stoel waar hij gisteren ook lag.
Schuiven met spullen en dan zien dat het goed staat.
Niet langer door de kasten van de keuken zoeken, maar weten waar ook alweer die mooie schaal staat.

Kennelijk ben je nog niet thuis als je op de plek bent waar je spullen staan, hoe leuk en mooi ook.
Aarden is een werkwoord, het is een proces.

Daarom is de slogan van die bouwmarkt zo mooi:
omdat je huis nooit af is

We klussen nog wat verder: de trap schilderen, een andere deur voor in de woonkamer kopen, een schilderij ophangen, een trapkast maken, vloerbedekking uitzoeken voor de trap.
En ondertussen gaan we aarden. Centimeters herinneringen maken.

Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. (Prediker 3:1)

donderdag 14 juni 2012

Schoolreis

Het is zo'n universeel gebeuren en ongetwijfeld overal in Nederland hetzelfde.
Op een dag komt je kind stralend thuis: 'we gaan op schoolreisje naar...'.
Steeds komt het weer terug, 'wanneer is het nou, duurt het nog lang, hoeveel nachtjes moet ik nog slapen'.

In de week ervoor worden de kinderen geïnstrueerd, wat mag je mee nemen, hoe laat komt de bus, bij wie zit ik in het groepje en welk juf/moeder hoort erbij.

De dag ervoor: tas inpakken. Welk drinken gaat mee, 'nee je hoeft geen boterham want je krijgt patat en daar zit een frikandel bij.
Welke snoepjes wil je mee? nee mama, ik mag op de heenweg maar 1 snoepje van juf anders worden we misselijk. Nee mama, 5 snoepjes is genoeg en ik hoef niet uit te delen'.
Natuurlijk stop je er toch iets extra's in, want je weet maar nooit.

En dan komt daar de ochtend dat het eindelijk zover is. Samen uitzoeken welk t-shirt je aan moet en welke broek, heb je je tas, kom eens hier: ik moet je haren nog uitkammen.

Op het schoolplein groepjes ouders. De bussen staan klaar. Buschauffeurs ijskoud achter het stuur, gewend aan het nerveuze gebeuren.
Moeders verbijten hun emotie, want het is wel mijn kind wat ver weg gaat. Vaders lopen telefonerend over het schoolplein, want ze moesten allang aan het werk, maar het kind wilde toch persé dat papa hun uitzwaaide.

Sommige ouders schieten de leerkracht nog aan om laatste dingetjes te melden. 'Hij vind het heel erg spannend, ze heeft slecht geslapen, ze heeft een zakje in haar tas voor als ze misselijk wordt'. Leerkracht knikt geduldig, want ze kent de opmerkingen al lang en weet dat de ouders pas gerust zijn als ze de leerkracht nog even hebben gesproken.

En dan eindelijk gaan ze de bus in. De fototoestellen flitsen om het vast te leggen, terwijl de kinderen een plekje zoeken.
Die kinderen die er bere veel zin in hebben, maar het ook wel razend spannend vinden.
De een staart voor zich uit, de volgende bijt de nagels eraf en de derde gilt naar zijn vriendjes verderop.
De slimsten duiken meteen in hun tas wat er ook alweer in zat en wat degene naast je bij zich heeft en wat we kunnen ruilen.
Die moeders klopppen nog op de ramen, werpen kushandjes toe en dan eindelijk: de deuren gaan dicht en de bus begint te rijden.
Zwaaien, zwaaien, enkele moeders rennen nog mee en dan stroomt het schoolplein leeg.

Tig keer die dag denken de ouders aan hun kind, zou het goed gaan? Zouden ze veel lol hebben. Raken ze de groepsmoeder niet kwijt?

En als ze terug komen, is er natuurlijk geen kind te zien. De juf grapt als ze uitstapt: 'ze wilden niet mee hoor, ze zijn nog in het Dolfinarium/Slagharen/ Hellendoorn/Efteling'.
Dan het gegil en geschreeuw van de kinderen die omhoog duiken en de bus uitvallen.
'Haha mama, dacht je echt dat ik daar nog was?'.

Thuis geen warm eten meer, misselijk van de snoepjes en de vermoeidheid.
Huilend naar bed en als ze dan slapen, zakken de ouders op de bank.
Hehe, bijkomen, we hebben het weer gehad!


donderdag 7 juni 2012

Alleen maar luisteren.

Zo'n doordeweekse ochtend. Ik hang wat achter de computer. Er stopt een auto voor de deur en natuurlijk kijk ik nieuwsgierig wie erin zit.
Ik kan het net niet zien, maar door het glas in de buffetkast zie ik dat er een man en vrouw inzitten.

Hij omhelst haar, legt zijn hoofd tegen haar hoofd en blijft even zitten.
En dan schuift hij weer terug en zie ik dat ze haar bril afdoet. Ze begint te vegen langs haar ogen en dan zie ik dat ze huilt.
Iets in me maakt dat ik blijf kijken.
Ze praat en beweegt druk met haar handen, om haar woorden kracht bij te zetten. Haar bril gaat op en af en steeds weer veegt ze langs haar ogen en wangen om haar tranen af te vegen.
Zijn houding treft me. Half gebogen naar haar toe, zijn linkerarm langs het stuur en alleen zijn hoofd knikt af en toe.
Hij zegt niets.
Hij kijkt naar haar, maar ze kijkt hem niet aan. Steeds weer bewegen haar handen, op en neer.
En dan na 5 minuten gaat haar bril weer op, hij draait terug en start de auto en rijdt hij weg.

Ik val terug in de tijd, naar de momenten op de bank, op bed, op de keukenvloer.
Ik huil en doe mijn bril steeds weer op en af, driftig de tranen weg vegend. Man zit naast me of staat voor me. Hij zegt niets, humt af en toe en als het nodig is zegt hij: 'ik begrijp het, ik hoor je, huil maar'. Meer niet.
En ik zoek en zoek , onmachtig, naar de woorden om te vertellen wat er door raast in mijn hoofd.
Maar eigenlijk hoeft het niet. Hij luistert, hij weet het. Achteraf besef ik hoe heerlijk het was, dat hij er voor me was. Gewoon door naast me te zijn. Zonder woorden.

En ik denk terug aan dat ene gedicht wat zo vaak werd voor gelezen tijdens mijn tijd in de Hezenberg.

Luisteren is al voldoende
Je denkt misschien dat je wat moet zeggen.
Je denkt misschien dat je me op moet vrolijken,
Je wilt me misschien weer zien lachen en genieten.
Je denkt misschien dat je me moet troosten en adviseren.

Wat ik vraag:
wil je nog eens luisteren naar mijn verhaal
naar wat ik denk en voel,
je hoeft alleen maar stil te zijn,
mij aan te kijken, mij tijd te geven.
Je hoeft mijn verdriet zelfs niet te begrijpen,
maar als het kan slechts te aanvaarden
zoals het voor mij voelt.
Je luisterend aanwezig zijn zal mijn dag anders maken.
(Marinus van den Berg)

De man in de auto was een held. Hij luisterde.

woensdag 30 mei 2012

Kronkel in mijn hoofd

Iedereen heeft van die gekke kronkels in zijn of haar hoofd.
Ontken het nu maar niet, ook jij die dit nu leest heeft ze.
Ik heb ze velen, maar 1 ervan gaat over koffie. Oploskoffie.

Als je een echte koffieliefhebber ben, lees maar niet verder. Oploskoffie is voor de fijnproever om te gruwen.
Soms lees ik er enge verhalen over, dat er vermaalde sagowormen inzitten, maar dat deleten we maar even.

Er was een tijd dat Kanis&Gunnink zakken Koffie Verkeerd verkocht. Heerlijk. Maar uiteraard bedacht iemand achter een bureau dat die wel uit het assortiment kon.
Daarna dronk ik een tijdje Senseo koffie, maar toen ontdekte ik dat de Lidl ook koffie verkocht.
Gewoon in een pak, maar ook in een bus met een gele, blauwe of bruine deksel.
En die met een gele deksel, die is smakelijk. Vanillekoffie is het en voor het gemak lees ik uiteraard niet wat de ingrediënten zijn.

De bussen koffie staan op kartonnen treetjes op elkaar en door elkaar.
En wat nou zo jammer is: er zijn meer mensen die deze koffie lekker vinden. Regelmatig kom ik in de Lidl en vind ik alleen de bussen met een andere kleur dan de gele.
Voorzichtig vroeg ik of de gele uit het assortiment gingen nadat ik een tijd geen vanillekoffie meer vond, maar nee: die worden kennelijk snel verkocht.

En dus speur ik elke keer als ik langs de Lidl loop of ik bussen met een geel deksel zie. Het is namelijk heel gemakkelijk, ik parkeer de auto aan de achterkant van het winkelcentrum en dan loop ik daar naar binnen. Ik kan dan al bij de Lidl naar binnen kijken door de grote ramen.
Zie ik dan gele deksels, dan begint er wat adrenaline te stromen.
Mijn pas versnelt, ik loop de winkel binnen met mijn blik gericht op de sectie koffie en dan begint mijn hand te trillen.....
Ik zie er 1...2..3.. nee 4 bussen staan.

En dan komt de kronkel in mijn hoofd. Opeens zegt een stem: 'dat kun je toch niet maken, om alle bussen koffie met geel deksel mee te nemen? Dat vinden ze écht niet goed bij de kassa!'.
Maar ik ben een lange vrouw, groot en volwassen en dus zet ik door, 4 bussen in mijn armen en dan stier ik naar de kassa.
Zo onopvallend mogelijk zet ik ze op de band, liefst met iets anders wat ik niet nodig heb erbij, om wat evenwicht aan te brengen.
Ik kijk eens naar het plafond of naar de mensen voor me.
En dan ben ik ik aan de beurt.
*slik*
Natuurlijk, je voelt het al: degene achter de kassa bliept ongeïnteresseerd mijn bussen koffie en boodschap en zegt dan met een zucht: 'dat is dan 7,59'.
Echt? Gaat dat zomaar? 4 bussen? Snel pinnen, nee geen bon of zegels, de bussen in mijn tas proppen en wegwezen.

Nog even speelt de kronkel op.
Ik verwacht een stem door de winkel: 'wil die lange vrouw bij kassa 1 nu 3 bussen koffie terug zetten?'.
Maar het gebeurt weer niet. Ze laten me gaan.

Ik heb het onlangs aan Man opgebiecht. Hij lachtte me recht in mijn gezicht uit.



vrijdag 18 mei 2012

Je bent zo anders, zo mooi.

Toen hij 3 en 1/2 was kregen we een eerste diagnose: PDD NOS en dit werd bijgesteld toen hij 5 jaar was: kernautisme.
Ik zie het vaak zo: elk kind heeft een gebruiksaanwijzing. Naarmate het groter wordt, leer je deze gebruiksaanwijzing steeds beter lezen.
Soms vraag je je vertwijfeld af of je het wel goed leest en ga je op je gevoel af.
Je spiegelt je aan anderen met kinderen in dezelfde leeftijd of aan je eigen kinderen.

Mijn Zoon heeft een extra gebruiksaanwijzing. In het begin leek het wel Chinees. En eerlijk gezegd: dat kan ik niet lezen of spreken.
Maar wonderwel zijn er mensen die er ervaring mee hebben. Die helpen je erbij. Het zijn professionals en ervaringsdeskundigen.
Steeds meer leerde ik dat Chinees lezen.
Altijd weer blijft het spannend als er een nieuw iemand in zijn leven verschijnt, of die ook ervaring heeft met dat Chinees van hem.

Soms gaat het vanzelf en weet ik niet meer anders en soms moet ik weer nadenken. 5 stappen vooruit leven.
Wat er in zijn hoofd omgaat is een raadsel. Het lijkt wel of puzzelstukjes pas dagen later vallen en is het voor mij een AHA! moment.

Maar het is zo'n mooi, geweldig en bijzonder kind. Hij leert mij de wereld op een andere manier te zien.
Het lijkt zwart en wit, maar in werkelijkheid heeft het vele kleuren. Zijn onverwachte grapjes of vragen.
Zijn ongeremde lachen en genieten. Het feit dat hij gewoon niet kan liegen, dat hij niet eens weet hoe dat moet.
Zijn onvoorwaardelijke geloof in mij als ouder. Hij houdt me altijd aan mijn woord, want wat je zegt, dat doe je ook. Geen smoesjes, geen tussenweg.

Hij is zo anders, zo mooi.


Monstera In The Saddle