Op mijn route van mijn avonddienst staat rond 18.00 een echtpaar.
Een contactmoment zoals we dat noemen, even kijken hoe het is en of ze hun medicatie hebben ingenomen. 2 x 10 minuten staat daarvoor.
Ze wonen nog in deze flat, maar ze zijn aangemeld voor een plek waar meer zorg is voor ze. Beiden zijn ze licht dementerend.
De afspraak is dat we bij binnenkomst niet meteen over de medicijnen beginnen, maar eerst tijd nemen, praatje maken en dan voorzichtig informeren of meneer de pillen al heeft gepakt voor beiden.
Ik ga op de bank zitten. Zij kijkt me wat wantrouwend aan, hij vindt het wel gezellig.
'Zo zo, ben je daar weer?'.
'En, heeft u nog nieuws', vraag ik?
Hij denkt na. 'Nieuws, nieuws...tja is er nog nieuws', mompelt hij.
Zij reageert onmiddelijk: 'nou, heb je nog nieuws?' zegt ze luid tegen hem.
'We hebben geen nieuws, nee er is geen nieuws en er is nieuws'.
Zij zucht hoorbaar.
En dan beginnen zijn ogen te twinkelen.
'Jahaaa, ik heb nog een verhaal voor je!'.
Ik zak wat verder onderuit. 20 minuten voor een verhaal, moet kunnen.
Ik kijk stiekum door de kamer of ik de bakken met medicijnen kan zien en of de zakjes van 18.00 er al uit zijn.
'Het zit zo', begint hij op luide toon
(hij is wat hardhorend en praat daardoor meestal harder dan normaal)
'ik had een brief gekregen met de mededeling dat mijn gehoorapparaat 5 jaar oud is en dat het tijd was om na te laten kijken'.
Hij kijkt zoekend om zich heen, 'waar heb ik die brief nou gelaten?' en begint te zoeken tussen een stapel papieren.
Achter ons hangt de agenda met daaraan een papier.
'Is dit de brief?' vraag ik?
Hij kijkt verbijsterd. ' Nouja zeg', roept hij uit, 'hoe ziet u dat zo snel?'.
'Daar word ik voor betaald', grap ik.
'Afijn, in die brief stond dat ik een telefoonnummer moet bellen zodat ik een afspraak kon maken. En wat denk je: krijg ik zo'n dame aan de lijn die niet weet waar ik heb over heb. Gaat ze eerst die brief zoeken en dat duurde me veel te lang.
Waardeloos, ze wist gewoon niet waar ik het over had.
Dus ik zeg: 'dame, dit slaat nergens op, als u niet opschiet, dan ga ik wel naar een ander!'.
Ik weet hoe boos hij kan zijn en heb nu al medelijden met degene aan de andere kant van de lijn.
'Weet je wat ze zegt? Dan moet u dat maar doen meneer!'.
Ik proest.
'En ik zeg nog een keer: dan ga ik naar een andere instelling mevrouw! En dan zegt dat mens: 'ja meneer, dat moet u dan maar doen!'.
'Ik heb de hoorn erop gegooid, belachelijk gebeuren!'
Dit gaat een lang verhaal worden bedenk ik me.
Zij zit hem ondertussen te observeren.
'Dus ik denk bij mezelf, wat kan ik nu doen, want dat apparaat moet wel worden nagekeken', vervolgt hij op luide toon.
'En dan bedenk ik me opeens dat er hier in het winkelcentrum ook zo'n winkel zit van die firma. maar ja: dat is een probleem, want de directeur van die zaak is een vreselijke vent! Maar goed, ik ben er toch maar heen gelopen.
Kom ik daar binnen in die zaak, staat meneer de bedrijfsleider achterin. Hij ziet me wel en weet je wat ie doet?'.
Hij wijst met beide wijsvingers naar zijn oren en vervolgt: 'hij zei niks, alleen maar met die vingers! Dus ik wijs terug naar hem met 2 vingers naar mijn oren, 2 OREN MENEER 2 OREN en ik stier die winkel weer uit, idioot!'.
Ik kan er ondertussen niets aan doen, maar gier het uit van het lachen. Hij merkt er niets van, maar oreert weer verder.
'Dus ik kom thuis en denk bij mezelf: tja hoe moet ik dit nu oplossen? Als ik weer naar dat nummer bel, krijg ik dat mens weer aan de lijn'.
Opeens klinkt uit de hoek van de kamer: 'SCHIJTLIJSTER'.
Ik bulder opnieuw van de lach, maar ook deze keer heeft hij het niet door, zo zit hij midden in zijn verhaal.
'Maar ja, ik moet toch wat, dus ik heb toch maar dat nummer gebeld en wat gebeurt er: ik krijg een andere dame aan de lijn die het binnen 3 minuten gefixt had!'.
Tevreden kijkt hij naar me.
'Maar hoe doet u dat dan als u weer naar die winkel moet voor de controle?'.
'MET EEN GEWEER NATUURLIJK!'.
Ik zak door de bank van het lachen.
'Zal ik je nog een verhaal vertellen?' vraagt hij?
Zij zucht weer keihard.
'Nee sorry, daar heb ik geen tijd meer voor. Heeft u al gedacht aan de medicijnen?'.
Hij zegt niks terug. Hij denkt na en zijn ogen glimmen.
Hij staat al in de winkel en houdt 'die vent' onder schot.