donderdag 5 juli 2012

Aarden

aar·den (werkwoord; aardde, heeft geaard)
1 de aard, het karakter hebben van: hij aardt naar zijn vader
2 gedijen, groeien
3 zich thuis gaan voelen


We keken elkaar aan.
' Voel jij je hier al thuis?', vroeg ik aan Man.
Hij dacht na.
' Ik ben er nog niet', zei hij, 'ik moet hier nog aarden'.

Ah. Dat was het. De omschrijving voor dat gevoel.
Mijn spullen staan hier, maar ik ben er nog niet.

Aarden is herinneringen maken. Het eerste stukje stucwerk wat van de wand valt.
De eerste keer je verjaardag vieren. Thuis komen en zonder nadenken de sleutels op een plek leggen. Stofzuigen en na 3 keer merken dat je dezelfde route door de kamer neemt.
De poes tevreden zien slapen op de stoel waar hij gisteren ook lag.
Schuiven met spullen en dan zien dat het goed staat.
Niet langer door de kasten van de keuken zoeken, maar weten waar ook alweer die mooie schaal staat.

Kennelijk ben je nog niet thuis als je op de plek bent waar je spullen staan, hoe leuk en mooi ook.
Aarden is een werkwoord, het is een proces.

Daarom is de slogan van die bouwmarkt zo mooi:
omdat je huis nooit af is

We klussen nog wat verder: de trap schilderen, een andere deur voor in de woonkamer kopen, een schilderij ophangen, een trapkast maken, vloerbedekking uitzoeken voor de trap.
En ondertussen gaan we aarden. Centimeters herinneringen maken.

Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. (Prediker 3:1)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Monstera In The Saddle