zondag 27 augustus 2017

Vakantie. Of toch niet? en hoe het verder ging.

Na wat zoeken in het dorp, vinden we de praktijk van de huisarts. De assistente heeft onmiddellijk door dat we toeristen zijn en vraagt me mijn naam op een A4 te schrijven.
Er zit nog een ander stel in de wachtkamer. Gelukkig, het is niet druk en waarschijnlijk hoeven we niet lang te wachten.
Mijn zintuigen staan op scherp. Gejaagd gaat mijn blik rond, ik zie folders, de balie met daarachter de assistente die vrolijk en in hoog tempo Frans in de telefoon ratelt (en ik zie haar lage decolleté, de jurk zonder bh eronder) en de bladen National Geographic die op een tafel liggen.

De deur zwaait open, een oude man komt naar buiten (zijn ogen vallen bijna in de jurk van de assistente) en het andere stel verdwijnt bij de arts naar binnen.
'Hmm, dit gaat gelukkig wel snel', zegt Man.
Inderdaad, na 5 minuten komen ze alweer naar buiten en de arts pakt het A4 van de balie waar mijn naam op staat.
Hij probeert het hardop uit te spreken en ik verbeter hem wat zenuwachtig lachend.
We mogen binnenkomen in zijn spreekkamer.

De arts, man midden 50, gaat achter zijn bureau zitten en steekt van wal. Hij heet dokter Philippe Hall, hij is chirurg geweest op 3 verschillende plekken in de wereld die ik niet kan volgen en hij legt uit dat hij een man is die van aanpakken houdt en zo is hij nou eenmaal.
Dat, in het Engels met een zwaar Frans accent.
Vervolgens vraagt hij wat de reden is dat ik ben gekomen.
Ik haal diep adem en begin met trillende stem uit te leggen dat ik een zwaar half jaar achter de rug heb, dat we hier nu op vakantie zijn en dat ik ben ingestort om vervolgens wéér in huilen uit te barsten.
Hij reageert vriendelijk en sussend.
Ik probeer een klein beetje uit te leggen wat er de afgelopen jaren is gebeurt en dat ik dood wilde (onmogelijk want het lukt me bijna niet om logisch na te denken) en dat mijn medicijnen nu bijna op zijn en dat ik daar veel stress over heb en of hij alstublieft nieuwe wil voorschrijven.
Ik vis mijn medicijndoosjes uit mijn tas, maar de arts rukt een la open begint weer met vriendelijke zinnen en houdt opeens een doosje voor mijn neus. Rode snoepjes.
'Kijk eens', zegt hij 'neem eerst maar eens een lekker snoepje'.

Die zag ik niet aankomen en door mijn tranen begin ik te lachen. Een snoepje? Doe maar 1 dan.
'Lekker?, vraagt hij. Euh...ja?
Dan pakt hij de doosjes en leest wat erop staat. Oja, dat herkent hij wel. Weer gaat een la open en hij pakt een vel papier en begint mijn naam en adres op te schrijven en daarna de namen van de medicijnen en de sterkte.
Ik haal opgelucht adem. Oxazepam in the pocket. Gelukkig. De man mompelt ondertussen wat door terwijl hij schrijft en vraag dan hoeveel oxazepam ik per dag slik.
Tja. Ik antwoord dat het ongeveer 1, maximaal 2 van 10 milligram per dag zijn. Zijn ogen worden groot en dan begint hij hard te lachen. 'Zo weinig?', vraagt hij. 'Ik ken mensen die met gemak 150 milligram per dag slikken. Pfffff. Dat is niks wat jij inneemt'.
Ik grinnik en zeg iets terug over verslavende medicijnen. Hij snuift nog eens en schrijft verder.

'Goed'. Hij geeft het vel papier aan me en ik zie dat hij niet alleen oxazepam heeft voor geschreven, maar ook de medicijnen die ik iedere dag slik, de antidepressiva. Geeft niet denk ik bij mezelf, extra doosje kan nooit kwaad. Ik spiek nog even hoeveel tabletjes oxazepam hij heeft voorgeschreven, ik meen 10 stuks te zien. Dat schrijft mijn huisarts ook altijd voor.
'Je neemt de medicijnen en ga lekker leven. Ga gewoon bij het zwembad liggen bakken en draaien en wordt dronken. Dat is veel beter'.
Man en ik barsten in lachen uit. Bij het zwembad liggen en dronken worden. Fantastisch recept.
'En dan ga je nu naar de assistente en betaal je 25 euro, oké?'.
Bij de deur geeft hij me een hand en zegt dan ernstig: 'don't kill your self oké?'.
Ik schud mijn hoofd.

We betalen bij de assistente en lopen naar de apotheek. Daar barsten we wederom in lachen uit. De beste man heeft me 2 doosjes van 30 stuks voor geschreven! Halleluja, dank u wel!

Als we weer terug rijden naar de caravan, voel ik me iets beter, wat helaas later op de dag weer wordt ingehaald door veel angst. De volgende ochtend bel ik toch naar Nederland naar mijn huisarts, waar we samen concluderen dat het beter is als de dosering van mijn antidepressiva omhoog gaat.
En wederom ben ik de dokter Hall dankbaar, omdat ik dankzij hem een extra doos heb en ik nu weet dat in de loop van de dagen de angst zal verdwijnen.

De volgende dagen lig ik veel met hoofdpijn en duizeligheid in de hangmat. Maar de angsten verdwijnen en de laatste 3 dagen van de vakantie voelen weer als vakantie.
De vakantie? Geen onverdeeld genoegen. Maar uiteindelijk hoefde ik niks, alleen maar wiegen in de hangmat en mijn medicijnen slikken.
En van de 60 tabletten oxazepam......heb ik er uiteindelijk maar 1 van geslikt, iets waar ik nog steeds om grinnik.



zaterdag 26 augustus 2017

Vakantie. Of toch niet?

Eindelijk, eindelijk is de zomervakantie dan daar.
Ik heb ernaar uit gekeken, over gedroomd. De laatste 2 weken waren zwaar, ik klaagde regelmatig tegen Man dat ik zo moe was dat ik me bijna down voelde. In het laatste werkoverleg met mijn collega's zat ik in tranen, ik zat aan mijn tax zei ik en niemand nam het me kwalijk.
Sterker nog, ik kon nog een paar diensten kwijt zodat ik, naar ik dacht, niet kapot op vakantie zou gaan.

Zondagmorgen rijden we weg en de eerste nacht staan we op een doorgangscamping, net na Parijs.
Ik geniet van de caravan en de kinderen en onze grapjes.
Maandagmiddag komen we aan op de camping in zuid-Frankrijk en was is het er warm! 32 graden. Caravan op z'n plek, luifel eraan, tent voor de kinderen opzetten, avondeten bedenken. Het irriteert me mateloos, ik word kortaf, snauw tegen iedereen om me heen om er ook meteen weer spijt van te hebben.
Maar we zijn op vakantie, eindelijk!

En dan gaat het mis. Ik merk dat ik een bonkend hart heb, een gevoel alsof ik ergens razend zenuwachtig voor ben, angst bekruipt me, ik huil en merk dat mijn gedachten beginnen te razen.
Alle alarmbellen gaan af, dit is niet goed! Ik krijg weer een dip! Ik zit in zuid-Frankrijk, wat nou als..... ik zak weer weg, oh help, straks krijg ik weer die afschuwelijke gedachtes, moet ik weer opgenomen worden en en en.....
Die nacht kan ik door de hitte niet slapen, ik loop maar heen en weer naar het toilet, ga buiten op een stoel voor me uit staren in het donker en die eindeloze stroom van gedachten kan ik niet stoppen.

Man kent me. Kijkt nergens van op. Probeert me moed in te spreken. Nee, je gaat niet meer onderuit, je bent sterk, je komt hier weer door heen. Je hebt een zwaar half jaar achter de rug, dit gebeurt als je stil staat.
Wat moet je ook alweer doen als dit gebeurt? Maar niets helpt. Ik neem een rustgevend tabletje, oxazepam. Nog 1, een halfje om te slapen en een nieuwe angst vliegt me aan.
Ik heb er nog maar 5 en dan nog maar 4, 3 1/2. . Mijn hoofd begint opnieuw overuren te draaien, hoe kom ik aan nieuwe tabletjes. Kunnen die opgestuurd worden met spoed vanuit Nederland?
De kinderen zijn er stil van. Doen ook hun best om me moed in te spreken. Maar ook dat lukt niet en mijn stemming beïnvloed ons allemaal.

Ik pijnig mijn hersenen, wat gebeurt er nou? We zouden heerlijk op vakantie gaan, leuke dingen doen. Ik had genoeg te lezen bij me, er is een zwembad, ik droomde van glazen wijn en stokbrood met Franse kaas. Ik verpest de vakantie van ons allemaal. Het is ook altijd hetzelfde.... de vicieuze cirkel gaat maar door.

En dan is het woensdagmorgen. Eindeloos lange uren later. Ik sta op en loop resoluut naar de receptie. Er moet een huisarts in de buurt zijn. Ik moet iets doen, want als dit zo doorgaat, dan draai ik door. Bij de receptie barst ik onmiddellijk weer in huilen uit en vraag snikkend om de huisarts. Geschrokken legt het meisje uit waar ik die kan vinden.

Terwijl ik me omdraai om terug te lopen naar de caravan, bots ik bijna tegen een oudere vrouw op.
Bezorgd vraagt ze wat er aan de hand is en weer begint ik te huilen. 'Kom eens met me mee, dan krijg je een kop koffie en praten we even'. Het is één van de eigenaren van de camping.
We komen Man tegen die bij ons komt zitten. Ik doe mijn verhaal en ik zie aan haar gezicht en glimlach dat dit niet de eerste keer is dat ze zo met een gast zit.
Ik vertel haar hoe ik erbij zit, dat ik naar de huisarts wil, dat ik de vakantie van iedereen verpest, dat dit niet de bedoeling was en 'dat vakantie leuk moet zijn!'.

Ze luistert, stelt wat vragen, geeft antwoorden die ik eigenlijk alweer vergeet, maar er blijft 1 ding hangen, een lichtpuntje een strohalm: 'weet je, vakantie moet niet leuk zijn. Ik hou niet van dat woord leuk wat meteen vetgedrukt is. Vakantie mag fijn zijn'.

Vakantie mag fijn zijn. Ik haal diep adem. Hier kan ik iets mee. Ik moet niks. Er mag iets.
Even later stappen Man en ik in de auto richting het dorp. Op naar de huisarts en oxazepam.

(wordt vervolgd)




Monstera In The Saddle