donderdag 14 juni 2012

Schoolreis

Het is zo'n universeel gebeuren en ongetwijfeld overal in Nederland hetzelfde.
Op een dag komt je kind stralend thuis: 'we gaan op schoolreisje naar...'.
Steeds komt het weer terug, 'wanneer is het nou, duurt het nog lang, hoeveel nachtjes moet ik nog slapen'.

In de week ervoor worden de kinderen geïnstrueerd, wat mag je mee nemen, hoe laat komt de bus, bij wie zit ik in het groepje en welk juf/moeder hoort erbij.

De dag ervoor: tas inpakken. Welk drinken gaat mee, 'nee je hoeft geen boterham want je krijgt patat en daar zit een frikandel bij.
Welke snoepjes wil je mee? nee mama, ik mag op de heenweg maar 1 snoepje van juf anders worden we misselijk. Nee mama, 5 snoepjes is genoeg en ik hoef niet uit te delen'.
Natuurlijk stop je er toch iets extra's in, want je weet maar nooit.

En dan komt daar de ochtend dat het eindelijk zover is. Samen uitzoeken welk t-shirt je aan moet en welke broek, heb je je tas, kom eens hier: ik moet je haren nog uitkammen.

Op het schoolplein groepjes ouders. De bussen staan klaar. Buschauffeurs ijskoud achter het stuur, gewend aan het nerveuze gebeuren.
Moeders verbijten hun emotie, want het is wel mijn kind wat ver weg gaat. Vaders lopen telefonerend over het schoolplein, want ze moesten allang aan het werk, maar het kind wilde toch persé dat papa hun uitzwaaide.

Sommige ouders schieten de leerkracht nog aan om laatste dingetjes te melden. 'Hij vind het heel erg spannend, ze heeft slecht geslapen, ze heeft een zakje in haar tas voor als ze misselijk wordt'. Leerkracht knikt geduldig, want ze kent de opmerkingen al lang en weet dat de ouders pas gerust zijn als ze de leerkracht nog even hebben gesproken.

En dan eindelijk gaan ze de bus in. De fototoestellen flitsen om het vast te leggen, terwijl de kinderen een plekje zoeken.
Die kinderen die er bere veel zin in hebben, maar het ook wel razend spannend vinden.
De een staart voor zich uit, de volgende bijt de nagels eraf en de derde gilt naar zijn vriendjes verderop.
De slimsten duiken meteen in hun tas wat er ook alweer in zat en wat degene naast je bij zich heeft en wat we kunnen ruilen.
Die moeders klopppen nog op de ramen, werpen kushandjes toe en dan eindelijk: de deuren gaan dicht en de bus begint te rijden.
Zwaaien, zwaaien, enkele moeders rennen nog mee en dan stroomt het schoolplein leeg.

Tig keer die dag denken de ouders aan hun kind, zou het goed gaan? Zouden ze veel lol hebben. Raken ze de groepsmoeder niet kwijt?

En als ze terug komen, is er natuurlijk geen kind te zien. De juf grapt als ze uitstapt: 'ze wilden niet mee hoor, ze zijn nog in het Dolfinarium/Slagharen/ Hellendoorn/Efteling'.
Dan het gegil en geschreeuw van de kinderen die omhoog duiken en de bus uitvallen.
'Haha mama, dacht je echt dat ik daar nog was?'.

Thuis geen warm eten meer, misselijk van de snoepjes en de vermoeidheid.
Huilend naar bed en als ze dan slapen, zakken de ouders op de bank.
Hehe, bijkomen, we hebben het weer gehad!


donderdag 7 juni 2012

Alleen maar luisteren.

Zo'n doordeweekse ochtend. Ik hang wat achter de computer. Er stopt een auto voor de deur en natuurlijk kijk ik nieuwsgierig wie erin zit.
Ik kan het net niet zien, maar door het glas in de buffetkast zie ik dat er een man en vrouw inzitten.

Hij omhelst haar, legt zijn hoofd tegen haar hoofd en blijft even zitten.
En dan schuift hij weer terug en zie ik dat ze haar bril afdoet. Ze begint te vegen langs haar ogen en dan zie ik dat ze huilt.
Iets in me maakt dat ik blijf kijken.
Ze praat en beweegt druk met haar handen, om haar woorden kracht bij te zetten. Haar bril gaat op en af en steeds weer veegt ze langs haar ogen en wangen om haar tranen af te vegen.
Zijn houding treft me. Half gebogen naar haar toe, zijn linkerarm langs het stuur en alleen zijn hoofd knikt af en toe.
Hij zegt niets.
Hij kijkt naar haar, maar ze kijkt hem niet aan. Steeds weer bewegen haar handen, op en neer.
En dan na 5 minuten gaat haar bril weer op, hij draait terug en start de auto en rijdt hij weg.

Ik val terug in de tijd, naar de momenten op de bank, op bed, op de keukenvloer.
Ik huil en doe mijn bril steeds weer op en af, driftig de tranen weg vegend. Man zit naast me of staat voor me. Hij zegt niets, humt af en toe en als het nodig is zegt hij: 'ik begrijp het, ik hoor je, huil maar'. Meer niet.
En ik zoek en zoek , onmachtig, naar de woorden om te vertellen wat er door raast in mijn hoofd.
Maar eigenlijk hoeft het niet. Hij luistert, hij weet het. Achteraf besef ik hoe heerlijk het was, dat hij er voor me was. Gewoon door naast me te zijn. Zonder woorden.

En ik denk terug aan dat ene gedicht wat zo vaak werd voor gelezen tijdens mijn tijd in de Hezenberg.

Luisteren is al voldoende
Je denkt misschien dat je wat moet zeggen.
Je denkt misschien dat je me op moet vrolijken,
Je wilt me misschien weer zien lachen en genieten.
Je denkt misschien dat je me moet troosten en adviseren.

Wat ik vraag:
wil je nog eens luisteren naar mijn verhaal
naar wat ik denk en voel,
je hoeft alleen maar stil te zijn,
mij aan te kijken, mij tijd te geven.
Je hoeft mijn verdriet zelfs niet te begrijpen,
maar als het kan slechts te aanvaarden
zoals het voor mij voelt.
Je luisterend aanwezig zijn zal mijn dag anders maken.
(Marinus van den Berg)

De man in de auto was een held. Hij luisterde.

Monstera In The Saddle